Kristalwater: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k cat
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 19:
De meeste stoffen met kristalwater zijn dus 'droge' vaste stoffen, maar er zijn ook hydraten die een eigen smeltpunt hebben. In het algemeen is dat een veel lagere temperatuur dan die van het anhydraat. Zinkchloride in strikt droge vorm smelt bij 317<sup>o</sup>C, maar de hydraten (er zijn er meer) smelten rond of onder kamertemperatuur. Men zou kunnen zeggen dat deze stoffen 'oplossen' in hun eigen kristalwater, maar dat gaat voorbij aan het feit dat ook in de vloeistof de watermoleculen nog een sterke wisselwerking ondergaan met het chloride.
 
Ook in eiwitkristallen wordtword veel water ingebouwd bij het kirstallisatieproces. De watermoleculen nemen daar deel aan het schema van [[waterstofbrug]]gen dat een belangrijke kracht vormt die het kristal bij elkaar houdt. In kristallen van eiwitten vindt men vaak 1 gebonden watermolecuul per [[aminozuur]] in het eiwit, en wordt daarnaast nog een kleinere of grotere hoeveelheid ongeordend water aangetroffen in het kristal. Het totale deel van het eiwitkristal dat gevuld is met water bedraagt vaak tientallen procenten.
 
[[Categorie:Water]]