Francesco Carpino: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Pompidombot (overleg | bijdragen)
k lf, Help mee! met AWB
Regel 5:
Op [[11 februari]] [[1951]] benoemde paus Pius XII Carpino tot [[titulair bisschop|titulair aartsbisschop]] van ''Nicomedia'' en tot [[hulpbisschop|bisschop-coadjutor]] van [[Monreale]]. Tien jaar later werd hij titulair aartsbisschop van ''Sardica'' en secretaris van het [[College van Kardinalen]]. Van [[1961]] tot [[1964]] diende hij als raadsman in de voorbereidende commissie voor het [[Tweede Vaticaans Concilie]]. Tijdens het [[conclaaf van 1963]] diende hij als secretaris. In [[1967]] werd hij pro-prefect van de [[Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Regeling van de Sacramenten]]. Dat zou hij maar enkele maanden blijven.
 
Carpino werd tijdens het [[consistorie]] van [[juni]] [[1967]] door [[paus Paulus VI]] tot kardinaal gecreëerd. de ''[[Santa Maria Auxiliatrice in via Tuscolana]]'' werd zijn [[titelkerk]]. Op dezelfde dag werd hij benoemd tot [[aartsbisschop]] van [[Palermo (stad)|Palermo]]. In [[1970]] nam hij ontslag. Hij vond zichzelf te oud voor de vele problemen - met name rond de [[mafiamaffia]] - waar zijn bisdom mee werd geconfronteerd. Hij werd benoemd tot [[kardinaal-bisschop]] van het [[Suburbicair bisdom]] [[Bisdom Albano|Albano]].
 
Kardiaal Carpino overleed in zijn slaap. De [[requiemmis]] werd gehouden in de [[Sint Pietersbasiliek]], waarbij [[paus Johannes Paulus II]] voorging, waarbij dertig kardinalen [[celebrant|concelebeerden]]. Een tweede requiemmis vond later plaats in Palermo, waar de kardinaal werd bijgezet in de kathedrale kerk.