Oldřich van Bohemen: verschil tussen versies

Oldřich was de derde zoon van Boleslav II en Emma. Hij vluchtte met zijn moeder en broer Jaromír naar [[Regensburg (stad)|Regensburg]] voor zijn halfbroer, [[Boleslav III van Bohemen]], maar zij keerden in [[1004]] weer terug in Bohemen. Op [[12 mei]] 1012 zette hij Boleslav met de hulp van [[Hendrik II van het Heilige Roomse Rijk]] af als hertog en accepteerde Hendrik op dat moment als leenheer. Later zou hij meerdere keren proberen los te komen van de afhankelijkheid van de keizer. In deze fase over de heerschappij viel een lichte stilte in het dan onrustige Bohemen. In [[1033]] wordtwerd hij voor het hof in [[Merseburg]] verwacht, maar verschijntverscheen niet. Daarop neemtnam hij de zoon van keizer [[Koenraad II van het Heilige Roomse Rijk]] (de latere [[Hendrik III van het Heilige Roomse Rijk|Hendrik]]) gevangen, en de keizer liet hem afzetten als hertog ten gunste van Jaromír (die weer opnieuw hertog werd). In [[1034]] kwam Oldřich weer in genade bij de keizer en hij keerde weer naar Bohemen terug. Hij liet daarop Jaromír gevangen nemen en blind maken, en zijn zoon [[Břetislav I van Bohemen|Břetislav]], die beleend was met [[Moravië]], verdreef hij het land uit. Maar kort daarop stierf hij op 9 november 1034.