Sixtijnse stadsuitbreiding van Rome: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Cumulus~nlwiki (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Narayan (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 11:
Eén van de eerste daden van Sixtus bij zijn aanstelling was de reconstructie van de [[Aqua Alexandriana|Aqua Alessandrina]], [[Aqua Claudia]] en [[Aqua Marcia]]. Hierdoor voorzag hij alle heuvels van water, waardoor deze opnieuw bewoond en bewerkt kon worden. Dit bood Sixtus de unieke kans zijn stadsuitbreiding binnen de volledige omwalling te realiseren (onafhankelijk van natuurlijke watertoevoer), daar waar zijn voorgangers steeds beperkt bleven tot het gebied tussen de [[Borgo]] en het [[Vaticaan]]. De mensen gingen vanaf de Middeleeuwen tot op dat moment wonen in het gebied aan de [[Tiber]] omwille van het watertekort. Het [[''aquaduct'']] werd door het volk dan ook onthaald als pauselijke triomf. Sixtus maakte van Aqua Alessandrina een ware propagandamachine. Hij plaatste een muurfontein aan het einde van het aquaduct op de [[Piazza Santa Susanna]], waarin hij zichzelf en de Kerk verheerlijkte door verwijzingen naar [[Mozes]] die water uit de berg liet stromen en andere legendarische taferelen die Sixtus een goddelijk statuut moesten geven. Ook doopte hij het aquaduct [[Aqua Felice]], naar zichzelf. Bij dit werk werd Domenico Fontana bijgestaan door zijn neef [[Giovanni Fontana]].
 
=== Het assensysteem ===
De essentie van Sixtus’ plan was de verbinding van de zeven hoofdkerken van Rome. Sixtus verving weliswaar [[San Sebastiano]] wegens te ver door de [[Santa Maria del Popolo]], aan de noordingang van de stad. De andere kerken waren: de Santa Maria Maggiore, de [[Sint-Jan van Lateranen|San Giovanni in Lateranen]], de [[Santa Croce in Gerusalemme]], de [[Sint-Paulus buiten de Muren|San Paolo fuori le Mura]], de [[Sint-Laurens buiten de Muren|San Lorenzo fuori le Mura]] en natuurlijk de [[Sint-Pietersbasiliek]].
Vanuit Santa Maria del Popolo vertrok de [[Via Leonina]] (naar de Tiber), de [[Via Del Corso]], [[Strada del Babuino]] en de [[Strada Felice]] (via Santa Maria Maggiore naar Santa Croce in Gerusalemme). Het stuk van Santa Maria del Popolo tot de Santa Maria Maggiore werd echter niet uitgevoerd door Sixtus V door een probleem met het hoogteverschil maar dit zou later opgelost worden met de [[Spaanse Trappen]] door [[Francesco de Sanctis]]. Vervolgens vernieuwde hij de [[Via Pia]], aangelegd door [[Pius IV]] tussen de [[Porta Pia]] en de Via Felice. Sixtus zorgde ervoor dat ze minder stijl werd. Vervolgens legde hij ook nog een as tussen Santa Maria Maggiore en San Giovanni in Lateranen ([[Via Gregoriana]]) en tussen San Giovanni in Lateranen en [[Colosseum]] ([[Via Di San Giovanni]]). Hij had ook nog een as tussen de Santa Maria Maggiore en de [[zuil van Trajanus]] gepland, maar deze werd niet uitgevoerd aangezien het [[forum van Trajanus]] op deze route lag.
Regel 18:
Deze assen vormden dus een optisch verbindingssysteem tussen verschillende dominante elementen in de stad. Ze doorsnijden zowel het middeleeuwse stadsweefsel als de leegstaande velden.
 
=== De obelisken ===
Om de assen ook visueel te verbinden en ze vast te leggen in het stadsweefsel als stedelijk feit, gebruikte Sixtus [[obelisken]] en [[zuilen]] als focale punten op het einde van een as. Het waren spirituele symbolen met hun verwijzing naar het Egyptisch mysticisme en duidelijke verticale elementen voor de dynamisch beweging richting God. Hiervoor gebruikte hij authentieke antieke zuilen en Egyptische obelisken, die werden gerestaureerd onder leiding van Fontana, waardoor ze nu nog steeds in perfecte staat zijn. We hebben hun bestaan dus te danken aan Sixtus die ze beschermde in een tijd van spolia. De obelisken en zuilen werden echter niet enkel gerestaureerd maar ook voorzien van een duidelijk Christelijk symbool. Zo werden de [[zuil van Trajanus]] en die van [[zuil van Marcus Aurelius|Marcus Aurelius]] voorzien van respectievelijk een beeld van [[Petrus]] en één van [[Paulus]]. Obelisken werden vaak voorzien van een kruis of het pauselijk symbool. Hiermee weerspiegelde Sixtus de overwinning van het Christendom op de heidenen en gaf hij zichzelf dezelfde machtsstatus als de Romeinse keizers die deze obelisken van Egypte naar Rome haalden.
Het verplaatsen van dergelijke obelisk was iedere keer weer een huzarenstuk. Het meest exuberante voorbeeld hiervan is de obelisk die bestemd was voor het Sint-Pietersplein, om de Westzijde van het Vaticaan om te vormen van een chaotisch geheel tot een geordend plein. Volgens de legende zou hij op de plaats staan waar Petrus gestorven was. Hierdoor was de obelisk een bedevaartsoord op zich geworden wat als gevolg had dat ze niet door de spolia was vernietigd. Ook zou het de asse van [[Julius Caesar]] bevatten. Deze obelisk christianiseren was dan ook de ultieme overwinning van het katholicisme. De verplaatsing gebeurde door 800 man en 75 paarden en ze nam ongeveer 13 maanden in beslag. Dit om aan te tonen hoeveel werk het kostte de focale punten te installeren wat eveneens betekende dat ze zeer moeilijk te de-installeren waren en ze het stadsplan van Sixtus V dus definitief vastlegden in Rome.
Dergelijke obelisken kwamen dus bij de hoofdkerken te staan. Er zijn er behalve die van het Sint-Pieters, drie geplaatst: namelijk bij Santa Maria Maggiore, San Giovanni in Lateranen en Santa Maria del Popolo. Er was er echter nog één gepland bij Santa Croce in Gerusalemme, die nooit is uitgevoerd.
 
=== Omgang met ruïnes en patrimonium ===
Enerzijds is Sixtus V van groot belang geweest voor het behouden van specifieke monumenten. De obelisken en de zuilen zijn daar een goed voorbeeld van. Ook het feit dat hij de ''[[Romeins aquaduct|aquaducten]]'' reconstrueert volgens het oude schema heeft Rome geholpen dat aspect van de antieken te bewaren. Het feit dat hij het Forum Trajanum spaart bij zijn aanleg van de assen en het [[Colosseum]] opneemt in zijn focale punten geeft eveneens een blijk van vriendschappelijke houding tegenover het bestaande Romeinse erfgoed. Sixtus heeft ook veel Romeinse monumenten beschermd door ze een nieuwe functie te geven. Zo heeft hij van talloze tempels kerkgebouwen en kapellen gemaakt en heeft hij andere monumenten zoals ''[[basilica]]''’s een praktisch nut gegeven. Zo is er bijvoorbeeld een project van Sixtus bekend waarbij hij het Colosseum bestemde voor wolindustrie en daklozenopvang.
Anderzijds draagt het stadsuitbreidingsplan een systematische vernietiging van de gebieden tussen de [[Palatijn]] en de [[Coelius|Celio]] met zich mee. In dit gebied is bijvoorbeeld het [[Septizonium]] moeten wijken als bouwmateriaal voor het herstellen van de obelisken.
 
== Besluit ==
Sixtus’ waarde als paus voor de architectuurtheorie is niet te onderschatten. Zijn uitbreidingsplan wordt beschouwd als één van de eerste moderne stadsplannen. Deze planning gebeurt niet door middel van zones af te bakenen maar door middel van circulatieroutes, infrastructuur en monumentale elementen aan te leggen.
De kracht zit hem in het feit dat Sixtus en Fontana niet inspelen op de huidige situatie van de stad alleen, maar ook op de processen die de stad doormaakt en nog zal doormaken. Hij plant over heel het gebied tussen de [[Aureliaanse wallen]], hetgeen voor twee derde uit leegstaande grond bestond. Het huidige Rome is een stad die zich ver buiten de wallen uitstrekt en we merken dat het assensysteem, zelfs volledig rondom bebouwd, nog steeds werkt. Sixtus’ plan was dus zeer vooruitziend. Ook hebben we gezien dat zelfs in latere tijden men niet kan ontkomen aan het plan (zie de Spaanse trappen) en dat dit komt door de sterke dominantie van de pleinen en open ruimte door de focale punten.
 
== Bijlagen ==
=== De Obelisken ===
{| class="prettytable"
|-
Regel 66:
|}
 
=== Opdrachten ===
*Projecten in kardinaalschap
{| class="prettytable"
Regel 140:
|}
 
== Links ==
* http://www.oxfordartonline.com/subscriber/article/grove/art/T066325#T066325.
== Bronnen ==
*BACON, E.N., ''Design of Cities'', London: Thames and Hudson Ltd., 1974 (2e druk).
*BALZANI, U., ''The Cambridge Modern History'': Vol 3: Chapter XIII Rome under Sixtus V, Michigan:
*BENEVOLO, L.,'' The European City'', Oxford: Basil Blackwell Ltd., 1993.
*BORDINO, G.F., ‘Veduta Schematica del Piano Stradale Ideato da Sisto V’, Rome, 1588.
*D’ONOFRIO, C., ''Gli Obelischi di Roma: storia e urbanistica di una città dall'età antica al XX secolo, Rome'': Casa di Risparmio, 1965.
*GROS, J., ‘Almae Urbis Romae’, Rome, 1612, University Press, 1910, Historians, 1945: vol. 37, 1978, 283-294.
Rome'': Casa di Risparmio, 1965.
*GROS, J., ‘Almae Urbis Romae’, Rome, 1612, University Press, 1910, Historians, 1945: vol. 37, 1978,
283-294.
*LAFRERY, A., ‘Vedute delle Sette Chiesi di Roma’, Rome, 1675 (en).
*MANDEL,C., ''Sixtus and the Lateran Palace'' , Rome: Instituto Poligrafico E Zecca Dello Stato, 1994.
*MARDER, T.A., ‘Sixtus V and the Quirinal’ [JSTOR], ''The Journal of the Society of Architectural''.
*SIGFRIED, G., ''Raum, Zeit, Architektur: Die Entstehung Einer Neuer Tradition'', Basel: Birkhäuser, 1996.
*TRACHTENBERG, M. & HYMAN, I., ''Architecture from prehistory to postmodernity'', New Jersey: Prentice-Hall, Inc. , 2002 (2e druk) .
Prentice-Hall, Inc. , 2002 (2e druk) .
*WOHL, H. & QUAST, M., Peretti, 3.12.’09, via http://www.oxfordartonline.com/subscriber/article/grove/art/T066325#T066325.