Schoolwet van 1842 (België): verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1:
In '''1842''' werd in het Belgische parlement een '''schoolwet''' gestemd, waarbij iedere gemeente verplicht werd een eigen lagere [[Basisonderwijs (Vlaanderen)|school]] te hebben.
Met deze schoolwet wilde de regering (vooral de liberaal-vrijzinnige minister [[Jean-Baptiste Nothomb]]) kosteloos onderricht invoeren als een recht voor alle (ook arme) ouders. In vele gemeenten werden daardoor bestaande onderwijs-initiatieven nu erkend als "aangenomen" gemeenteschool. Waar nog geen lagere school bestond, werd ze dan opgericht, zodat het aantal inplantingspunten van lagere scholen met ca 35% toenam. Aangezien
De ouders moesten wel zelf om gratis onderricht verzoeken. In vele gemeenten werden de ouders door aanplakbrieven verwittigd dat ze hun kinderen konden laten inschrijven om in aanmerking te komen voor het kosteloos onderwijs. Maar aangezien de meeste ouders zelf ongeletterd waren, duurde het nog vele jaren eer een veralgemeend schoolbezoek ingang vond. Bovendien was er te weinig controle op het absenteïsme, zodat nog een belangrijk deel van de bevolking ongeletterd bleef.
De wet voorzag dat de [[Rooms-katholieke Kerk]] in deze school mocht instaan voor het godsdienstonderricht en de controle daarop. Toen door een latere wet (1879) het godsdienstonderwijs in deze scholen geschrapt werd, ontstond een eerste [[schoolstrijd (België)|schoolstrijd]] in België.
|