Alloploïdie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
 
Serassot (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 6:
Het genoom van eenkoorn wordt weergegeven met A, eenkoorn planten zijn [[diploïd]] en hebben dus AA. A staat voor de 7 chromosomen van eenkoorn.
 
Emmertarwe is ontstaan uit een kruising van een wilde diploïde grassoort met diploïde ''Aegilops squarrosa''. Het genoom van de wilde diploïde grassoort wordt weergegeven met B en de diploïde planten hebben dus BB. Het genoom van de diploïde ''Aegilops squarrosa'' wordt weergegeven met D en de planten hebben dus DD. Een diploïde plant uit deze kruising zou dus als genoom BD hebben, maar omdat deze steriel is, kunnen alleen tetraploïde planten zich voortplanten. Na verdubbeling is er emmertarwe ontstaan, die hebben dus BBDD en heeft 4 x× 7 = 28 chromosomen.
 
Hetzelfde heeft zich herhaald bij de kruising van eenkoorn met emmertarwe. Het genoom van spelt wordt weergegeven met ABD en de planten hebben AABBDD. Het aantal chromosomen is derhalve 6 x× 7 = 42.
 
Een alloploïd heeft slechts twee homologe [[genoom|genomen]]. Men spreekt van homologe genomen als ze hetzelfde zijn. Homologe genomen zijn in het voorbeeld AA of BB of DD.