Bruggelijkrichter: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Lexw (overleg | bijdragen)
Lexw (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
Een '''bruggelijkrichter''', naar zijn uitvinder ook''' Graetzschakeling''' genoemd, bestaat uit vier [[diode]]ns die een [[wisselspanning]] (bijvoorbeeld van een [[transformator]]) omzetten naar een pulserende [[gelijkspanning]].
 
:[[Afbeelding:Diodebridge1.png]]
 
De diodendiodes zijn zo geschakeld dat een wisselspanning aan de ingangsklemmen (''AC Input'') altijd een gelijkspanning aan de uitgang (''DC Output'') levert.
 
:[[Afbeelding:Diodebridge2.png]]
Regel 11:
:[[Afbeelding:Diodebridge3.png]]
 
In het plaatje hierboven staat in rood en blauw aangegeven hoe de stroom loopt bij de negatieve fase van de wisselspanning. Nu worden de andere diodendiodes gebruikt en de ongebruikte diodendiodes staan in sperrichting.
 
Bij gebruik van een [[transformator]] zal over het algemeen een [[elektrolytische condensator]] gebruikt worden om de pulserende gelijkspanning af te vlakken tot een constante gelijkspanning. In goedkope adapters die een ongeregelde gelijkspanning leveren, zit niets meer dan een transformator, een bruggelijkrichter en een condensator. Betere adapters hebben nog een [[spanningsregelaar]] ingebouwd.
Regel 18:
 
==Uitgangsspanning==
De onbelaste uitgangsspanning van een bruggelijkrichter is bij een [[Sinus en cosinus|sinusvormige]] ingangsspanning ongeveer 1,4 maal de [[effectieve waarde]] van de ingangsspanning. De piekspanning van een sinus is namelijk <math>\sqrt{2} \approx 1,4</math> maal de effectieve waarde. Van de uitgangsspanning moet 2 x 0,7 = 1,4 volt worden afgetrokken bij gebruik van siliciumdiodes, vanwege de [[Elektrische spanning|spanningsval]] over de twee diodendiodes waar de stroom doorheen gaat.
 
==Driefasenbruggelijkrichter==