Chin (volk): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Kohirgabr (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Kohirgabr (overleg | bijdragen)
k mythevorming. 1,5 milj ipv 1-1,5
Regel 1:
'''Chin''' is een verzamelnaam voor de etnische groepen die wonen in het heuvelgebied langs de grens van [[Myanmar]] ([[Birma]]) met [[India]] en [[Bangladesh]]. In Myanmar zijn het voornamelijk de bewoners van de dunbevolkte [[Chin-staat]]. De Chin spreken verschillende maar vergelijkbare [[Tibeto-Birmaanse talen|Tibetobirmaans]]e talen en dialecten. Er zijn 1 tot 1,5 miljoen ChinsChin.
 
==Identiteit==
 
De naam ''Chin'', in een iets andere uitspraak en spelling ''Khyang'', werd door de Birmezen en ethnografen gebruikt voor een aantal bevolkingsgroepen waarvan de taal veel op elkaar leek. In India (Manipur) en Bangladesh wordt de term ''Kuki'' wel gebruikt, in Mizoram in India de term Mizo. Op basis van taalkundige criteria wordt onderscheid gemaakt tussen de Chins in het noordelijke, midden- en zuidelijke deel van de Chin-staat, en een Oud-Kukigroep in het westen ervan<ref>Sinds Grierson, G.A.: ''Linguistic Survey of India'' Vol. III Part III, Calcutta, 1903</ref>. Er worden ook wel zes groepen [[stam (antropologie)|stam]]men van de Chin onderscheiden. Dit zijn dan de Asho, Sho, Khuami, Laimi, Mizo en Zomi <ref> Vum Son: ''Zo history : with an introduction to Zo culture, economy, religion and their status as an ethnic minority in India, Burma, and Bangladesh'' Aizawl, 1986</ref>.
 
De bevolking noemt zichzelf geen Chin. Ze gebruikt voor de afzonderlijke groepen namen, die zijn afgeleid van de klank Zo, Jo of Sho<ref NAME="Lehman">Lehman, F.K.: ''The Structure of Chin Society'', Urbana, Illinois, 1964</ref>, zoals bv. Zomi en Asho, en kent geen naam voor de gehele groepering van Chins.
Regel 23:
Een groot deel van de Chin bedrijft van oudsher landbouw. Rijst, maïs en [[gierst]] zijn belangrijke gewassen. Van de gierst werd ook bier gebrouwen<ref>Fryer, F., ''Tribers on the Frontier of Burma'', Londen, 1907</ref>. Land werd verkregen door een stuk oerbos te kappen. Na een aantal jaren werd de bebouwde grond verlaten, en een volgend stuk bos ontgonnen. Deze werkwijze wordt wel jum genoemd in India, en lotuah in Bangladesh. Vee wordt gehouden voor de melk. De ''mithan'' is een plaatselijke rundersoort. [[Bamboe]] is in overvloed aanwezig, en werd bijvoorbeeld gebruikt voor waterleidingen naar de dorpen. Het bamboe bloeit eens in de 48 jaar. De overvloed aan bloesem veroorzaakt dan een rattenplaag. Omdat de ratten ook de oogst opeten, wordt dit weer gevolgd door een hongersnood. Dit is zo gebeurd in 1959 (Mautam hongersnood in Mizoram) en in 2008 (in Chin staat)<ref>[http://news.bbc.co.uk/2/hi/asia-pacific/7633986.stm BBC news: Rampaging rats bring starvation], gezien 15 september 2009</ref>.
 
De Chinvolkeren zijn sinds 1900 in grote getalen bekeerd tot het [[Christendom]] door Amerikaanse en Europese [[zendeling]]en. Dit heeft een aanzienlijke omslag in de cultuur bewerkstelligd. De meerderheid van de bevolking is christen.heeft, Metmet deze religie heeft ze, veel van de Amerikaanse en Europese cultuur overgenomen. Tradities die in strijd leken met de nieuwe godsdienst, zijn opgegeven<ref>Sakhong, L: ''Religion and Politics among the Chin People in Burma'', Studia Missionalia Upsaliensia, 80. Uppsala. Proefschrift (theologie?)</ref>.
 
Voor de komst van het christendom was de ethiek van de Chin gebaseerd op het concept van (Mizo) ''Tlawmngaihna'', waarin onzelfzuchtigheid en gastvrijheid centraal staat. Een ander gebruik dat voor het christendom bestond, is kenmerkend voor meer oude volkeren in de regio, niet specifiek de Chin: Jongens woonden vanaf hun vijftiende jaar niet bij hun ouders, maar samen in "vrijgezellenhuizen" (Mizo: ''Zawlbuk'') bij elkaar. Hier leerden ze de vaardigheden die ze als volwassene in de maatschappij nodig hadden, zoals jagen, bestuur van het dorp, worstelen, en, in het algemeen, een levenshouding. Ze waren vrij om 's avonds hun vriendinnetjes op te zoeken<ref>[http://mizoram.nic.in/about/zawlbuk.htm Mizoram staat: Zawlbuk]</ref>. Het traditionele rijstebier, ''zu'' was tot de vorige eeuw de nationale drank bij de Mizo, maar heeft het met de komst van de Christenen afgelegd tegen thee als populairste drank<ref>B.v. Bareh, H.: ''Encyclopaedia of North-East India, Vol V'', New Delhi, 2001</ref>.
 
Traditioneel hadden veel vrouwen gezichtstatouages. Dit komt, of kwam, ook veel voor bij naburige oude volkeren, zoals vele [[Adivasi]] in India (Kondh), en [[Tai-Kadai]]talen sprekende volkeren in zuid-China<ref NAME="Fanzhuo">Fan Zhuo merkt gezichtstatouages op in Zuid-China in de negende eeuw</ref> en in zuidoost Azië tot in Taiwan. ([[Ainu]] in Japan, [[Atayal]] in Taiwan, historisch Yue, Gelao<ref>B.v. vermeld in Blench, R. ''The Prehistoy of the Daic speaking peoples and the hypothesis of an Austronesian connection'', paper EURASEAA meeting, Leiden, 2008, met referenties</ref>, Dulong in [[Yunnan]]<ref>Rongfen, L.: ''Face-tattooed women in nature: the Dulongs'', Kunming, 1995</ref> ). Tatouagemotieven verschillen per bevolkingsgroep. In het zuiden van Chin-staat, hadden de ''Dai'' traditioneel blauwige tatoeages met veel stippen, de ''Matu'' zwarte motieven op voorhoofd en wangen, met drie of vijf verticale strepen en de ''Mün'' motieven met grote ringen op nek en gezicht. De permanente versieringen werden in de puberteit aangebracht als ''rite de passage''. Met de veranderde, christelijke, visie van de vorige eeuw, werd de legende dat gezichtstatouages vroeger dienden om vrouwen er met opzet lelijker door te maken, om ontvoering door Birmese of lokale leiders te ontmoedigen.
Er zijn wel traditionele verhalen opgenomen in de nieuwe christelijke cultuur, en bijbelse en oude chinmythen zijn soms met elkaar verweven. Een voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van de Bnei-Manasebeweging, die enige duizenden leden in [[Mizoram]] telt. In de Chinlegenden heet de herkomst van het volk ''Chhinlung''. Hier was het uit een hol in de grond gekomen, en geëmigreerd naar chinland. In 1951 krijgt in Mizoram de hoofddeken van de Verenigde Pinkstergemeente, in een dorp ten noorden van de hoofdstad [[Aizawl]], een visioen dat de Mizo een van de mythische tien stammen van Israël uit de [[Tenach|bijbel]] zijn<ref name="Egorova">Egorova, Y: ''Jews and India:perceptions and image'', Abingdon-Oxon, 2006. Het bestaan van dit idee was overigens al in de jaren 1930 waargenomen, volgens Egorova</ref>. Het idee is later uitgewerkt. Volgelingen zien zich als nakomelingen van de figuur [[Manasse (stamvader)|Manasse]] in deze geschriften (''Bnei-Menashe''). Veel Chinofferzangen kennen de naam Manase, wat mogelijkerwijs tot deze keus geleid heeft<ref name="Egorova">>Samra, m. 1992</ref>. In vroeger tijden waren zij dan in China terechtgekomen, waar zij zich voor onderdrukking in holen moesten schuilhouden, voordat ze zuidwaarts naar het huidige chinland vertrokken. Veel volgelingen volgen de Joodse religie correct, en van duizenden is het recht erkend naar Israël en de bezette gebieden te emigreren<ref name="Egorova"/>.
Het traditionele rijstebier, ''zu'' was tot de vorige eeuw de nationale drank bij de Mizo, maar heeft het met de komst van de Christenen afgelegd tegen thee als populairste drank<ref>B.v. Bareh, H.: ''Encyclopaedia of North-East India, Vol V'', New Delhi, 2001</ref>.