Chin (volk): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Kohirgabr (overleg | bijdragen)
+cultuur
Kohirgabr (overleg | bijdragen)
Regel 23:
Een groot deel van de Chin bedrijft van oudsher landbouw. Rijst, maïs en [[gierst]] zijn belangrijke gewassen. Van de gierst werd ook bier gebrouwen<ref>Fryer, F., ''Tribers on the Frontier of Burma'', Londen, 1907</ref>. Land werd verkregen door een stuk oerbos te kappen. Na een aantal jaren werd de bebouwde grond verlaten, en een volgend stuk bos ontgonnen. Deze werkwijze wordt wel jum genoemd in India, en lotuah in Bangladesh. Vee wordt gehouden voor de melk. De ''mithan'' is een plaatselijke rundersoort. [[Bamboe]] is in overvloed aanwezig, en werd bijvoorbeeld gebruikt voor waterleidingen naar de dorpen. Het bamboe bloeit eens in de 48 jaar. De overvloed aan bloesem veroorzaakt dan een rattenplaag. Omdat de ratten ook de oogst opeten, wordt dit weer gevolgd door een hongersnood. Dit is zo gebeurd in 1959 (Mautam hongersnood in Mizoram) en in 2008 (in Chin staat)<ref>[http://news.bbc.co.uk/2/hi/asia-pacific/7633986.stm BBC news: Rampaging rats bring starvation], gezien 15 september 2009</ref>.
 
De Chinvolkeren zijn sinds 1900 in grote getalen bekeerd tot het [[Christendom]] door Amerikaanse en Europese [[zendeling]]en. Dit heeft een aanzienlijke omslag in de cultuur bewerkstelligtbewerkstelligd. De meerderheid van de bevolking is christen. Met deze religie heeft ze veel van de Amerikaanse en Europese cultuur overgenomen.
Voor de komst van het christendom was de ethiek van de Chin gebaseerd op het concept van (Mizo) ''Tlawmngaihna'', waarin onzelfzuchtigheid en gastvrijheid centraal staat. Een ander gebruik dat voor het christendom bestond, is kenmerkend voor meer oude volkeren in de regio, niet specifiek de Chin: Jongens woonden vanaf hun vijftiende jaar niet bij hun ouders, maar samen in "vrijgezellenhuizen" (Mizo: ''Zawlbuk'') bij elkaar. Hier leerden ze de vaardigheden die ze als volwassene in de maatschappij nodig hadden, zoals jagen, bestuur van het dorp en worstelen, en, in het algemeen, een levenshouding. Ze waren vrij om 's avonds hun vriendinnetjes op te zoeken<ref>[http://mizoram.nic.in/about/zawlbuk.htm Mizoram staat: Zawlbuk]</ref>.
Traditioneel hadden veel vrouwen gezichtstatouages. Dit komt, of kwam, ook veel voor bij naburige oude volkeren, zoals vele [[Adivasi]] in India (Kondh), en [[Tai-Kadai]]talen sprekende volkeren in zuid-China<ref NAME="Fanzhuo">Fan Zhuo merkt gezichtstatouages op in Zuid-China in de negende eeuw</ref> en in zuidoost Azië tot in Taiwan. ([[Ainu]] in Japan, [[Atayal]] in Taiwan, historisch Yue, Gelao<ref>B.v. vermeld in Blench, R. ''The Prehistoy of the Daic speaking peoples and the hypothesis of an Austronesian connection'', paper EURASEAA meeting, Leiden, 2008, met referenties</ref>, Dulong in [[Yunnan]]<ref>Rongfen, L.: ''Face-tattooed women in nature: the Dulongs'', Kunming, 1995</ref> ). Tatouagemotieven verschillen per bevolkingsgroep. In het zuiden van Chin-staat, hadden de ''Dai'' traditioneel blauwige tatoeages met veel stippen, de ''Matu'' zwarte motieven op voorhoofd en wangen, met drie of vijf verticale strepen en de ''Mün'' motieven met grote ringen op nek en gezicht. De permanente versieringen werden in de puberteit aangebracht als ''rite de passage''. Met de veranderde, christelijke, visie van de vorige eeuw, werd de legende dat gezichtstatouages vroeger dienden om vrouwen er met opzet lelijker door te maken, om ontvoering door Birmese of lokale leiders te ontmoedigen.