Jan Willem IJzerman: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Hans Hoogglans (overleg | bijdragen)
k sortnaam in categorie
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 8:
 
IJzerman werd ook politiek actief voor de [[Liberale Unie]], eerst als lid van de [[gemeenteraad]] van [[Gemeente Amsterdam|Amsterdam]] ([[1899]]-[[1906]]), later als lid van de Tweede Kamer ([[19 september]] [[1905]] - [[21 september]] [[1909]] en wederom [[12 januari]] [[1917]] - [[17 september]] [[1918]]). IJzerman was voorzitter van [[1899]] tot [[1921]] voorzitter van het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap (KNAG), en vervulde daarnaast nog tal van andere bestuurlijke functies bij de [[Linschoten-Vereeniging]], Koninklijk Instituut voor de taal,- land- en volkenkunde van Nederlandsch-Indië, Raad van Beroep voor mijnwezen, en vele tentoonstellingscommissies.
 
Hij was de belangrijkste initiatiefnemer tot de oprichting van de technische [[universiteit]] te [[Bandoeng]], die in [[1920]] werd gesticht. Het park voor de hoofdingang kreeg zijn naam (sinds 1950 heet het Taman Ganesa]]; gezien zijn verdiensten is er echter na 1950 een straat naar hem genoemnd in Bandoeng (Jalan IJzerman).
 
Op [[8 januari]] 1921 werd IJzerman een eredoctoraat in de [[letteren (wetenschap)|letteren]] en [[wijsbegeerte]] verleend aan de [[Universiteit van Amsterdam]] en in [[7 april]] [[1925]] in de technische wetenschappen aan de Technische Hogeschool te [[Bandoeng]]. In 1921 werd hem tevens de Plancius-medaille toegekend. IJzerman ontving diverse [[Ridderorde (onderscheiding)|ridderorden]]: Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau en Grootofficier in de Orde van Oranje-Nassau. In 1921 werd hij erelid van het KNAG en in [[1922]] van het [[KIVI|Koninklijk Instituut van Ingenieurs]] (waarvan hij al sinds [[1874]] lid was).