Abdij van Chelles: verschil tussen versies
Vertaald van de Engelstalige wikipedia |
(geen verschil)
|
Versie van 20 sep 2009 14:00
De Abdij van Chelles (Frans:Notre-Dame-des-Chelles) werd rond 658 opgericht door Sint Bathildis, de weduwe van koning Clovis II van Neustrië. Het klooster werd tijdens de Franse Revolutie ontbonden.
Chelles was de plaats van een Merovingische palts, de villa Calae'. 'Koningin Clothilde had in Chelles een kerk gesticht, die was gewijd aan de heilige Joris. Koning Chilperic I en zijn echtgenote Fredegonde verbleven er vaak. Chilperic werd in 584 vlakbij Chelles vermoord.
Bathildis benoemde Bertilla tot de eerste abdis van het klooster. Bathildis trok zich zichzelf in 664 in Chelles terug, waar zij in 680 stierf en ook werd begraven. Haar bezittingen werden in Chelles relikwieën bewaard.
Andere koninklijke en adellijke nonnen en abdissen waren
- De Northumbrische prinses Hereswitha, de zuster van de heilige Hilda van Whitby;
- Swanahilde, de aan de kant geschoven Beierse prinses, tweede vrouw van Karel Martel;
- Gisela en Rotrudre, respectievelijk zuster en dochter van Karel de Grote;
- Renée, dochter van Karel van Bourbon-Vendôme;
- Marie Henriette, onwettelijke dochter van Koning Hendrik IV van Frankrijk;
- Marie, dochter van Claude II van Aumale;
- Louise Adélaïde d'Orléans, dochter van Filips van Orléans (1674-1723).
De heilige Mildrith heeft mogelijk haar opleiding in Chelles genoten.
Tot aan de Franse Revolutie, toen het klooster werd opgeheven, bezat de abdij van Chelles een beroemde Merovingische gouden miskelk, die was geemailleerd en was bezet met vele kostbare stenen (zie plaatje)[1], waarvan wordt gezegd dat deze is gemaakt door de heilige Eligius van Noyon, en een zeer groot aantal relikwieën.
Voetnoten
- ↑ De gekleurde geïllustreerde gravure, oorspronkelijk uit Charles de Linas Orfèvrerie merovingienne: Les Oeuvres de Saint Eloi et la verroterie Cloisonne(Parijs, 1864), is de enige visuele weergave van de miskelk.
Referenties
- (fr) Riché, Pierre, Dictionnaire des Francs: Les temps Mérovingiens. (Woordenboek van de Franken: de Merovingische tijden) Eds. Bartillat, 1996. ISBN 2-84-100008-7