Tjalk: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Watergeus55 (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Vels (overleg | bijdragen)
cf conventie alleen titelwoord vet, bovendien totaal onnodig
Regel 17:
 
== Soorten en types== <!-- in alfabetische volgorde -->
*'''Beurttjalk''': Een tjalk in gebruik voor de [[beurtvaart]], wat inhoudt dat het schip volgens een vaste dienstregeling tussen twee of meer plaatsen voer.
*'''Boltjalk''': Een lichte, in ijzer gebouwde tjalk met een ronde kop (geen zichtbare stevens) in plaats van ronde boegen. Boltjalken werden vooral rond Groningen gebruikt.
 
*'''Dektjalk''': Een tjalk zonder [[roef]] of paviljoen. Het woongedeelte was onderdeks. Deze tjalken werden hoofdzakelijk in de noordelijke provincies gebouwd. Daardoor hebben de meeste dektjalken een Groninger of Friese bouwwijze.
*'''Boltjalk''': Een lichte, in ijzer gebouwde tjalk met een ronde kop (geen zichtbare stevens) in plaats van ronde boegen. Boltjalken werden vooral rond Groningen gebruikt.
*'''Friese tjalk''': Tjalk, meestal tussen de 80 en 140 ton voor de algemene vaart (kanalen, rivieren, Zuiderzee, Wadden en de Zeeuwse stromen). Wat sierlijker gebouwd dan meeste Groninger tjalken. Bij ledig schip daarvan te onderscheiden door de aanwezigheid van twee gangen onder het berghout. (Alhoewel het regelmatig gebeurt is het fout om een skûtsje Friese tjalk te noemen.)
 
*'''Groninger tjalk''': Een tjalk met als kenmerk de brede huidgangen, zowel in staal als de houten uitvoeringen. De huidgangen kwamen wel in een hoek tegen de stevens, maar die hoek was kleiner dan bij de Friese tjalken. Ze werden gebouwd voor de vaart in de veenkoloniën en waren smal en ondiep vergeleken met andere tjalken. De ijzeren tjalken die werden gebouwd voor de [[Wadden]]- en [[Sont]]vaart waren veel groter en forser, 80 tot 140 ton.
*'''Dektjalk''': Een tjalk zonder [[roef]] of paviljoen. Het woongedeelte was onderdeks. Deze tjalken werden hoofdzakelijk in de noordelijke provincies gebouwd. Daardoor hebben de meeste dektjalken een Groninger of Friese bouwwijze.
*'''Hektjalk''', ook wel staatsietjalk genoemd: Een oud type tjalk waarbij het [[boeisel]] achter boven de berghouten omhoog doorloopt en een driehoek vormt (het hennengat) waardoor het [[helmhout]] loopt. Ook '''staatsietjalk''' genoemd. Er bestaan nog maar twee exemplaren van: de "Vier Gebroeders", die eigendom is van het [[Zuiderzeemuseum]] te [[Enkhuizen]], en de voormalige "Twee Gebroeders", nu in de zeilende passagiersvaart actief onder de naam "L'Arche de Noë".
 
*'''Hollandse tjalk''': Deze voornamelijk te [[Woubrugge]] gebouwde tjalk heeft net als de ''Friese'' smalle huidgangen die in een kleine hoek bij de stevens samenkomen. De berghouten komen horizontaal tegen de stevens en geven dit type zijn eigen aanzicht.
*'''Friese tjalk''': Tjalk, meestal tussen de 80 en 140 ton voor de algemene vaart (kanalen, rivieren, Zuiderzee, Wadden en de Zeeuwse stromen). Wat sierlijker gebouwd dan meeste Groninger tjalken. Bij ledig schip daarvan te onderscheiden door de aanwezigheid van twee gangen onder het berghout. (Alhoewel het regelmatig gebeurt is het fout om een skûtsje Friese tjalk te noemen.)
*'''IJsseltjalk''': Een variatie op de paviljoentjalk. Zoals de naam al doet vermoeden, werden ijsseltjalken vooral rond de [[Hollandse IJssel]] gebouwd en gebruikt. IJsseltjalken waren betrekkelijk brede schepen met lage kruiplijn. Ze werden vooral gebruikt voor zand- en grindvervoer bij de baggerwerken op de IJssel. De laatste ijsseltjalk, de ''Maartje Neeltje'', werd in 1916 in [[Capelle aan den IJssel]] gebouwd.
 
*'''Koftjalk''': Een in Groningen gebouwde tjalk voor de Wadden- en Sontvaart die echter een scherp (S-vormig) achter onderwaterschip hadden en een smallere en hogere kielplank. Kenmerkend is ook de voorsteven die als een schoenersteven naar voren uitgebouwd is en waarop de [[boegspriet]] rust.
*'''Groninger tjalk''': Een tjalk met als kenmerk de brede huidgangen, zowel in staal als de houten uitvoeringen. De huidgangen kwamen wel in een hoek tegen de stevens, maar die hoek was kleiner dan bij de Friese tjalken. Ze werden gebouwd voor de vaart in de veenkoloniën en waren smal en ondiep vergeleken met andere tjalken. De ijzeren tjalken die werden gebouwd voor de [[Wadden]]- en [[Sont]]vaart waren veel groter en forser, 80 tot 140 ton.
*'''Oostzeetjalk''':
 
*'''Paviljoentjalk''': Een tjalk met een verhoogd achterdek waaronder zich de schipperswoning bevond. Over dit achterdek strekt de opvallend lange [[helmstok]]. Deze schepen werden voornamelijk in Zuid-Holland gebouwd.
*'''Hektjalk''': Een oud type tjalk waarbij het [[boeisel]] achter boven de berghouten omhoog doorloopt en een driehoek vormt (het hennengat) waardoor het [[helmhout]] loopt. Ook '''staatsietjalk''' genoemd. Er bestaan nog maar twee exemplaren van: de "Vier Gebroeders", die eigendom is van het [[Zuiderzeemuseum]] te [[Enkhuizen]], en de voormalige "Twee Gebroeders", nu in de zeilende passagiersvaart actief onder de naam "L'Arche de Noë".
*'''Skûte''': Friese tjalkachtige, die kwaqua uitvoering tussen de Friese tjalk en het skûtsje valt.
 
*'''[[Skûtsje]]'''
*'''Hollandse tjalk''': Deze voornamelijk te [[Woubrugge]] gebouwde tjalk heeft net als de ''Friese'' smalle huidgangen die in een kleine hoek bij de stevens samenkomen. De berghouten komen horizontaal tegen de stevens en geven dit type zijn eigen aanzicht.
*'''Zuid-Hollandse tjalk''': Zie Hollandse tjalk.
 
*'''IJsseltjalk''': Een variatie op de paviljoentjalk. Zoals de naam al doet vermoeden, werden ijsseltjalken vooral rond de [[Hollandse IJssel]] gebouwd en gebruikt. IJsseltjalken waren betrekkelijk brede schepen met lage kruiplijn. Ze werden vooral gebruikt voor zand- en grindvervoer bij de baggerwerken op de IJssel. De laatste ijsseltjalk, de ''Maartje Neeltje'', werd in 1916 in [[Capelle aan den IJssel]] gebouwd.
 
*'''Koftjalk''': Een in Groningen gebouwde tjalk voor de Wadden- en Sontvaart die echter een scherp (S-vormig) achter onderwaterschip hadden en een smallere en hogere kielplank. Kenmerkend is ook de voorsteven die als een schoenersteven naar voren uitgebouwd is en waarop de [[boegspriet]] rust.
 
*'''Oostzeetjalk''':
 
*'''Paviljoentjalk''': Een tjalk met een verhoogd achterdek waaronder zich de schipperswoning bevond. Over dit achterdek strekt de opvallend lange [[helmstok]]. Deze schepen werden voornamelijk in Zuid-Holland gebouwd.
 
*'''Skûte''': Friese tjalkachtige, die kwa uitvoering tussen de Friese tjalk en het skûtsje valt.
 
*'''[[Skûtsje]]'''
 
*'''Zuid-Hollandse tjalk''': Zie Hollandse tjalk.
 
== Andere tjalkachtige schepen ==
Regel 53 ⟶ 40:
 
== Verspreidingsgebied ==
De tjalk was algemeen en kwam voor in een gebied dat zich uitstrekte van de [[Oostzee]] tot Noord-[[Frankrijk]] en [[Engeland]]. Het was zeker in de 18e en 19e eeuw in de Nederlanden het werkpaard en manusje-van-alles van het transport op het water. Met de grotere exemplaren werd ook [[kustvaart]] bedreven.
Het was zeker in de 18e en 19e eeuw in de Nederlanden het werkpaard en manusje-van-alles van het transport op het water.
Met de grotere exemplaren werd ook [[kustvaart]] bedreven.
 
== Tegenwoordig==