Wet ruimtelijke ordening: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Pompidombot (overleg | bijdragen)
Regel 10:
In plaats van Planologische kernbeslissingen, streekplannen en structuurplannen wordt nu door de gemeente, de Provincie en het Rijk een [[structuurvisie]] opgesteld. Het Rijk beschrijft in de structuurvisie waar er gebouwd kan worden, waar het groen moet blijven en wie beslissingsbevoegdheid heeft. Verder legt het Rijk weinig beperkingen op en legt de verantwoordelijkheid voor de ruimtelijke ordening bij de provincies en gemeenten neer.
Provincies geven in hun structuurvisie (voorheen in het [[streekplan]]) een strategisch beleid voor de gemeenten aan. Een gemeente kan daar alleen van afwijken indien er een goede motivering voor is. Ook kunnen gemeenten besluiten een structuurvisie (gedeeltelijk) te herzien. De Provincie gebruikt de eigen structuurvisie om de plannen van de gemeente daaraan te toetsen, net zoals het Rijk de plannen van de Provincie aan hun structuurvisie toetst.
Het is de bedoeling dat de structuurvisie’s op elkaar worden afgestemd en als uitgangspunt gelden voor [[Bestemmingsplan (Nederland)|bestemmingsplan]]nen, [[inpassingsplan]]nen en [[projectbesluit]]en.
 
In de nieuwe Wet ruimtelijke ordening is het verplicht om (nieuwe) ruimtelijke plannen digitaal op te stellen conform landelijke afspraken en standaarden. Onder de naam DURP (Digitale uitwisseling in Ruimtelijke Processen) heeft het Ministerie van VROM met diverse partners samengewerkt aan het realiseren van een digitale ruimtelijke ordening. Met de invoering van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening is het gebruik van digitale plannen toegestaan. Per 1 januari 2010 zijn digitale plannen verplicht.