Immunofenotypering: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Nvkcwerkgroep2 (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Nvkcwerkgroep2 (overleg | bijdragen)
Regel 3:
 
==CD-merkers==
Om in bloed verschillende cellen te kunnen onderscheiden wordt in het [[klinisch chemisch]]laboratorium gebruik gemaakt van [[antistoffen]] gericht tegen [[CD-merkers]]. Antistoffen zijn eiwitten die specifiek kunnen binden aan een eiwit ook wel [[antigeen]] genaamd. In het geval van antistoffen gericht tegen CD-merkers kunnen deze antistoffen zich specifiek binden aan 1 type CD-merker. CD-merkers worden met behulp van nummers van elkaar onderscheiden. Zo bindt een antistof gericht tegen [[CD]]3 alleen aan T-cellen en [[CD]]20 aan B-cellen. Doordat de [[antistoffen]] een [[fluorescent]] vlaggetje hebben zal na binding van de antistoffen aan de cel een [[fluorescent]] signaal gegenereerd worden dat gemeten kan worden met een [[flowcytometer]]. Door gebruik te maken van een combinatie van verschillende antistoffen kan in beeld gebracht worden wat de verhouding is tussen de verschillende soorten bloedcellen zoals aantal [[lymfocyten]], [[monocyten]], [[neutrofielen]] en hun stadium van [[differentiatie]].
 
==Immunofenotypering en diagnostiek van leukemie==