Kruis voor betoonde marsvaardigheid: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 21:
* Na de eenenveertigste tot negenenveertigste deelname wordt het witte plaatje aangepast.
* De vijftigste maal dat men de vierdaagse loopt levert een oranje geëmailleerd gouden kruis met een witte lauwerkrans tussen de armen op.
* Vanaf vijftig deelnames
* Bij zestig deelnames ontvangt men het gouden kruis met blauw geëmailleerde armen en een witte lauwertakjes. Op het lint wordt een wit ovalen plaatje gedragen met daarop het vergulde cijfer "60" binnen een dubbele geparelde rand.
* Bij de eenenzestigste en volgende wandeltochten wordt het cijfer op het plaatje gewijzigd.
Burgers mogen een van de drie vastgestelde afstanden kiezen (tot 16 jaar 30, 40 of 50 km, tot 18 jaar 40 of 50 km, tot 50 jaar 50 km, tot 60 jaar 40 of 50 km en vanaf 60 jaar weer 30, 40 of 50 km) en daarna rusten maar militairen moeten na de mars twee vaardigheidsproeven afleggen. De proeven bestaan uit een hindernisbaan van 800 meter en 200 meter snel marcheren. Tussen 1935 en 1940 werd ook rond [[Medan (Indonesië)|Medan]] in [[Nederlands-Indië]] een vierdaagse gelopen.
Het kruis wordt in de [[limitatieve opsomming]] van onderscheidingen en [[baton (onderscheiding)|baton]]s die militairen op hun uniform mogen dragen als negenenveertigste genoemd. De beperking die Koningin Wilhelmina in haar besluit van 1909 aan de officieren van de landmacht oplegde wordt niet meer genoemd. Men ziet geregeld officieren met een opgespeld vierdaagsekruis. Er zijn [[miniaturen]] te koop om op [[rokkostuum]] of [[smoking]] te dragen maar in een officieel "lintje" of [[knoopsgatversiering]] is door de bond niet voorzien. Tòch ziet men het oranjegele lint met aan weerszijden en in het midden smalle groene banen wel eens in deze vorm op revers.
| |||