Phidias: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
GrouchoBot (overleg | bijdragen)
k robot Erbij: bs:Fidija
Galoubet (overleg | bijdragen)
k Linkfixing, Typo's
Regel 3:
Er is niet zo veel geweten over zijn leven. Hij werd geboren te [[Athene]] in het begin van de 5de eeuw, circa 490 voor Christus. Sommigen betwijfelen dit en dateren hem een decennia vroeger of later.
 
Toen [[Pericles]] in 449 voor Christus aan de macht kwam, kreeg zijn goede vriend Phidias de leiding over zijn artistieke ondernemingen. Hij was onder meer bouwmeester van het [[Parthenon]] dat Pericles liet bouwen tussen 447 voor Christus en 432 voor Christus.
 
Door zijn vriendschap met Pericles, werd hij het onderwerp van jaloezie en kreeg hij veel vijanden. Toen Pericles in ongenade viel, werd ook Phidias het slachtoffer. Hij werd in 438 voor Christus beschuldigd van het verduisteren van staatsgoud.
Regel 11:
 
==Stijl==
[[File:Workshop of Phidias.jpg|thumb|180px|right|Beweerde werkplaats van Phidias in Olympia]]
Er zijn bijna geen originele werken van hem overgebleven en ze kunnen dus niet met zekerheid aan hem worden toegeschreven. Door kopieën, beschrijvingen en het overgebleven Parthenon, waar hij de bouw van superviseerde, krijgen we echter een idee van zijn stijl.
 
Regel 20 ⟶ 21:
 
==Werken==
 
* [[Athena Promachos]]:
Eén van zijn vroegere werken. Het werd waarschijnlijk gemaakt tussen 465 en 456 v.Chr. met de buit van de overwinning op de Perzen bij [[Slag bij Marathon|Marathon]]. Dit reusachtige bronzen beeld werd opgericht op de [[Akropolis van Athene|Acropolis]], tussen het [[Erechtheion]] en de [[Propyleeën]]. Later is het overgebracht naar [[Constantinopel]], waar het op het Forum stond en in 1203 is verwoest.
De speerpunt en de top van de helm van de godin Athena zouden zichtbaar zijn geweest voor de zeelui die van [[Kaap Soenion| Kaap Sounion]] kwamen. We kunnen ons een voorstelling maken van het beeld, dankzij de beschrijving van [[Pausanias (schrijver)|Pausanias]] (1,28,2).
 
* Athena Lemnia:
Dit kleinere bronzen beeld dat gemaakt werd in opdracht van de Atheense kolonisten op Lemnos stond ook op de Acropolis. Het werd gemaakt omstreeks 451 voor Christus.Dit werk toonde geen oorlogszuchtige godin maar een gracieuze maagd. Het beeld straalde rust uit en Athena droeg in dit geval geen helm.
Plinius schreef er het volgende over: “Phidias ontwierp een bronzen Athena van een onovertroffen schoonheid dat ze ‘de Schone’ werd genoemd.”
* [[Parthenon]]:
 
* Parthenon:
Het beroemdste bouwwerk dat aan zijn naam is verbonden. Phidias superviseerde de werken aan het Parthenon van 447 tot 432 voor Christus. Het is onduidelijk of hij ook zelf aan de tempel heeft gewerkt. Nietemin wordt hij geassocieerd met de Parthenonstijl, die dan gelijkgesteld wordt aan de Phidiasstijl.
 
* Athena Parthenos:
Dit is een van de beroemdste werken van Phidias. Het staat in het Parthenon, de tempel die ook aan haar is gewijd. De oude schrijvers Pausanias en Plinius hebben ons een tamelijk klare beschrijving van het beeld bewaard.
Regel 45 ⟶ 42:
Dit werk uit de Zeustempel van Olympia wordt beschouwd als de grootste uiting van Phidias’ genialiteit. Dion Chrysostomos beschrijft: “Als je er voor staat, vergeet je elk ongeluk van dit aardse leven.”
 
De tempel van Zeus werd afgebrand ten tijde van [[Theodosius II]] in de 5de eeuw na Christus en Phidias’ beeld verdween mogelijks ook toen. Volgens de Byzantijnse historicus Cedrenus werd het beeld echter overgebracht naar het paleis van Lausus te Constantinopel waar het in 475 na Christus bij een paleisbrand verloren ging. Later werd het beeld een van de zeven klassieke wereldwonderen.
 
Zeus werd getoond als een weldadige koning en vader van de goden en mensen, geïnspireerd door de beeldspraak in Homer’s Ilias.
Regel 51 ⟶ 48:
Om een idee te geven van de majesteitelijkheid van Phidias’ kunstwerk, volgt hier een citaat van een Romeins historicus uit de tweede eeuw, die het beeld van Zeus heeft gezien: ‘De god is gezeten op zijn troon en is gemaakt uit goud en ivoor. In zijn rechterhand houdt hij een overwinningsbeeld en in zijn linker een scepter die is ingelegd met allerlei metaalsoorten. Het schoeisel en het gewaad van de god zijn uit goud. In het gewaad zijn gesmede figuren en lelies aangebracht. De troon is voorzien van goud, edelstenen, ebbenhout en ivoor en van geschilderde en gebeeldhouwde figuren.
 
==Referenties==
==Gebruikte Werken==
* WEERDWeerd (H. Van de) Het Parthenon en Pheidias. Antwerpen, K. Dirix-Van Riet, 1928, 61 p.
* RICHTERRichter (G.M.A.) The Sculpture and Sculptors of the Greeks. New Haven, [[Yale University]] Press, 1950, 625 p.
* RICHTERRichter (G.M.A.) Three Critical Periods in Greek Sculpture, Oxford, Clarendon Press, 1951, 79 p.
* RIDGWAYRidgeway (B.S.) Fifth Century Styles in Greek sculpture. [[Princeton University]] Press, 1981, 256 p.
* PEDLEYPedley (J.G.) Greek Art and Archeology. Prentice Hall Inc., 1943, 384 p.
* GOWINGGowing (L.) A Biographical Dictionary of Artists. Londen, Grange Books PLC, 1994, 422 p.
* GOMBRICHGombrich (E.H.) The Story of Art.. Phaidon Press Limited, 1969, 688 p.
* JANSONJanson (H.W.) Janson’s History of Art. New York, Abrams, 1997, 1110 p.
 
==Verdere Literatuur==
* BUSCHORBuschor (E.) Phidias Der Mensch. München, Münchner Verlag, 1948, 142 p.
* JOHANSENJohansen (P.) Phidias and the Parthenon Sculptures. Kopenhagen, Gyldendalske boghandel, 1925, 134 p.
* LECHATLechat (H.) Phidias et la sculpture grecque au V° siècle. Parijs, Librairie de l’art ancien et moderne, 1906, 174 p.
* CAROCaro-DELVAILLEDelvaille (H.) Phidias ou le génie grecque. Parijs, Alcan, 1922, 74 p.
* COLLIGNONCollignon (M.) Phidias. Parijs, Librairie de l’art ancien et moderne, 127 p.
* SCHRADERSchrader (H.) Über Phidias. Frankfurt am Main, Frankfurter Verlagsanstalt, 1924, 384 p.
* SITTESitte (H.) Zu Phidias: ein biografischer Beitrag. Innsbruck, Wagner, 1924, 30 p.
* JOLLESJolles (A.) Wege zu Phidias: Briefe über antike Kunst. Berlijn, Weidmannsche Buchhandlung, 1918, 153 p.
* UBELLUbell (H.) Phidias. Berlijn; Bard, Marquardt und Co, 1904, 60 p.
* HEKLERHekler (A.) Die Kunst des Phidias. Stuttgart, Julius Hoffman, 1924, 151 p.
* LANGLOTZLanglotz (E.) Phidiasprobleme. Frankfurt am Main, Vittorio Klostermann, 119 p.
{{Commonscat|Phidias}}