Suratte: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Robbtj (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Robbtj (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 13:
* '''[[Agra (India)|Agra]]''' - Vanuit de stad Surat was de handel in de kleurstof Indigo ook belangrijk. Deze kleurstof werd verbouwd in Agra, dat 800 km landinwaarts ligt. Aangezien de VOC al meerdere malen naar de plaats reisde werd er in [[1621]] een handelspost geopend. Om de beste kwaliteit te krijgen moest men het echter bij de verbouwers zelf kopen. De indigo werd in de [[Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden|Republiek]] gebruikt in de lakenindustrie. Verder werd er gehandeld in zijde uit Bangalen en katoen. Door de afgelegen ligging stond de post bekend om frauduleuze praktijken, aangezien er nauwelijks controleurs uit Batavia kwamen. Het VOC-personeel hield zich daarom vaak bezig met privé-handel. In [[1720]] werd de post gesloten vanwege de terugvallende Indigohandel, dit was een gevolg van de politieke onrust in het land.
 
* '''[[Burhanpur]]''' - Er werd in Burhanpur een factorij geopend omdat er vanuit verschillende regio’s (waaronder Bengalen, Perzië en [[Kashmir]]) goederen werden verhandeld. De plaats ligt 80 mijlen landinwaarts aan de [[Tapti (rivier)|Tapti rivier]]. De post werd echter snel gesloten door concurrentie van de Britten.
 
* '''[[Ahmadabad]]''' - Deze plaats was oorspronkelijk een plaats waar kooplieden met verschillende herkomst handel dreven. Er heerste een gunstig handelsklimaat omdat kooplieden geen in- of uitvoerrechten hoefden te betalen. Het was alleen verplicht om de gouverneur geregeld geschenken te brengen. Vanaf [[1617]] was er een kantoor geopend door de VOC in de stad. Naast indigo en katoenen stoffen waren ook zijde (dat werd verhandeld op [[Java (eiland)|Java]]), diamanten en salpeter handelproducten. Door het verval van het Mogoelrijk verminderde in de achttiende eeuw de handel, en werd ook de transportroute naar Surat gevaarlijker. Daarom werd het kantoor in [[1744]] gesloten.
 
* '''[[Bharuch]]''' - De VOC had in Bharuch afwisseld een handelspost. De handel werd er beheerd door de [[Hindoeïsme|Hindu's]]. Het voornaamste product was katoen, wat er ook verwerkt werd. De plaats werd ook regelmatig aangedaan door Portugesen, Britten en Arabieren.
 
* '''[[Vengurla]]''' - Deze stad ligt een stuk zuidelijker dan de rest van de handelposten die onder Surat vielen, en pas in [[1673]] besloot de Raad van Indië om de post bij het directoraat te voegen. Er was al vanaf [[1637]] een VOC-kantoor in de stad, waar voornamelijk peper werd verhandeld. Ook verkocht de VOC en foelie en kruidnagel uit de Molukken. Aan het eind van de zeventiende eeuw veroverde de VOC veel plaatsen aan de zuidkust van India, waardoor het belang van de stad afnam (en werd overgenomen door [[Kochi (India)|Cochin]]. In [[1685]] werd het kantoor daarom gesloten.
 
* '''[[Vadodara|Baroda]]''' - Op de route van Broach naar Ahmedabad lag het stadje Baroda (het huidige Vadodara). Er werd in de plaats gehandeld in katoenen stoffen en Indigo van legere kwaliteit. Er is bekend dat de VOC er enkele jaren een factorij heeft gehad.
 
* '''Khambhat''' - Tussen 1617 en [[1643]] had de VOC een kantoor in deze stad, die aan een kleine rivier lag. De rivier, die uitmondt in de [[Golf van Khambhat]], viel bij eb praktisch droog en daarom konden grote schepen niet voor anker gaan voor de stad. De handel liep ook terug, de lokale bewoners gaven de Nederlanders en Engelsen daarvan de schuld. Mede daarom werd de post in 1643 gesloten.
 
* '''Suvali''' - Door de vele zandbanken in de haven van Surat moesten grotere schepen verder voor anker gaan bij de plaats Suvali. Hier was namelijk een natuurlijke haven vanwaar de goederen werden getransporteerd.
 
* '''Kets Mandui''' - Er is bekend dat de VOC drie factorijen in het achterland van Surat had die onder het directoraat vielen. In de factorij Kets Mandui werkten in [[1755]] zes personeelsleden van de VOC. Data over de aanwezigheid van de VOC is onbekend.