De '''bruinkopslingeraap''' (''Ateles fusciceps'') komt voor in de [[oerwoud]]en in het noorden van [[Zuid-Amerika]] en in [[Midden-Amerika]]. De bruinkopslingeraap doet zijn naam eer aan omdoor van tak totnaar tak en van boom tot boom te springen enom zo grote afstanden te overbruggen. Het is ook een echte [[Boom (plant)|boom]]bewoner, die zelden of nooit op de grond komt.
Zijn menu bestaat voornamelijk uit [[Fruit|vruchten]], maar daarnaast eet hij ook [[bladerenblad]]eren, boom[[boombastbast]], jonge [[Tak (plant)|twijgjes]] en [[honing]]. Zo nu en dan eet hij ook dierlijk [[voedsel]], zoals [[Vogels|vogel]][[Ei (voeding)|ei]]eren en [[insecten]]. Het is een [[Diurnaal|dagactief]] groepsdier dat in grote groepen samenleeft. Naar men aanneemt, zijn de dieren in dergelijke groepen familie van elkaar.
De [[Voortplanting (biologie)|voortplanting]] is bij bruinkopslingerapen niet [[seizoensgebondenseizoen]]sgebonden. Bruinkopslingeraapvrouwtjes krijgen doorgaans eens per 2 of 3 jaar één jong dat geboren wordt na een [[draagtijd]] van 7.5 maanden. Het jong wordt ongeveer 4 maanden door de moeder op de buik gedragen. Het jong klemt zich hierbij stevig vast in de vacht van de moeder en slaat zijn [[staart]] stevig om de [[staartbasis]] van de moeder heen. Als het jong groter en zwaarder wordt, draagt de moeder het op de [[Rug (anatomie)|rug]]. De bruinkopslingeraap komt voor in de [[oerwouden]] in het noorden van [[Zuid-Amerika]] en in [[Midden-Amerika]].
