Grondslagen van de wiskunde: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
JRB (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
JRB (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 6:
In de 18e eeuw heeft [[Leonhard Euler]] (1707-83) veel bijgedragen aan de moderne wiskundige notatie. Door hem bedacht zijn de symbolen als de [[imaginaire eenheid]] [[Complex getal|i]], het grondtal van de [[natuurlijke logaritme]] [[E (wiskunde)|e]] en het verhoudingsgetal tussen omtrek en middellijn van de [[cirkel]],[[Pi (wiskunde)|π]]. Ook benaming als de [[goniometrie|goniometrische]] [[functie (wiskunde)|functie]]s [[sinus en cosinus|sin]], [[cosinus|cos]] en [[tangens|tan ]] zijn door hem bedacht.
 
In de 19e eeuw heeft [[Georg Cantor]] de basis gelegd van de moderne [[verzamelingenleer]]. Hij heeft deze leer uitgebreid met het begrip 'transeindig', en de [[kardinaalgetal|kardinalekardinaal-]] en [[ordinaal getal|ordinaalgetallenordinaalgetal]]len. Cantor heeft verder gewerkt aan de representatie van functies door middel van een [[goniometrie|goniometrische]] [[reeks (wiskunde)|reeksen]], een generalisatie van de [[Fourierreeks]]. [[Richard Dedekind]] (1831-1916) heeft gewerkt aan de beginselen van de [[getaltheorie]]. Hij kwam met een nieuwe definitie van de irrationale getallen, dat de [[rekenkunde]] gebaseerd kon worden op een verzameling [[axioma]]'s.
 
Eind 19e eeuw legde [[Gottlob Frege]] (1848-1925) de fundamenten van de moderne, [[wiskundige logica]] en de [[analytische filosofie]]. [[Giuseppe Peano]] (1858-1932) werkte verder aan de formele beschrijving van de [[rekenkunde]].