VOC-Kamer Amsterdam: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
RudolphousBot (overleg | bijdragen)
linkfix2:Amsterdam (stad)->Amsterdam
T. Tichelaar (overleg | bijdragen)
Details
Regel 1:
[[Afbeelding:Voc_amsterdam_1770.jpg|thumb|right|300px|Het Oostindisch-magazijn, omstreeks 1770, getekend door Hermanus Petrus Schouten (Gemeentearchief Amsterdam)]]
 
De '''VOC kamer te Amsterdam''', was de [[Amsterdam|Amsterdamse]] kamer van de [[Vereenigde Oostindische Compagnie]]. De Amsterdamse kamer was een compagnie,tot diestand eerdergekomen uit verschillende fusies -, waarvan de eerste in [[1597]]. -Tot metde diverse ''voor compagniënvoorcompagniën'' was voortgekomen, waaronderbehoren de ''Vereenigde Compagnie op Oost-Indië tot Amsterdam'', een fusie uit [[1602]] tussen de [[Compagnie van Verre]] en de [[Brabantsche Compagnie]].
 
==Oprichting en activiteiten==
InOp [[Amsterdam]] werd31 augustus 1602 was een bedrag van f 3.679674.915 ingelegd. ImmigrantenParticipanten speeldenkonden hierinintekenen ten huize van [[Dirck van Os]] in de Nes. Nieuwkomers speelden een belangrijke rol bij de totstandkoming. Onder de 1143 aandelenhouders bevonden zich 39 Duitsers en maar liefst 301 [[BelgenZuid-Nederland|Zuid-Nederlanders]]. Onderen hen39 wasDuitsers, Isaacde leoverige Maire785 metparticipanten fwaren 85.000Noord-Nederlanders, deeen grootsteenkeling intekenaarwas afkomstig uit Italië of Engeland.
 
Isaac le Maire was met 85.000 gulden de grootste intekenaar, [[Jacques de Velaer]] nam voor 57.000 gulden deel, [[Willem van Vierssen]] voor 55.000 gulden, [[Dirck van Os]] voor 47.000 gulden, [[Reynier Pauw]] voor 30.000 gulden, [[Syvert P. Sem]], [[Geurt D. van Beuningen]], [[Frans Hendricksz. Oetgens]], [[Balthasar Coymans (1555-1634)]] tussen de tien en vijftienduizend gulden. Onder de inschrijvers bevinden zich drie admiralen: [[Wijbrand van Warwijck]], [[Jacob Willekens]] en [[Jacob van Heemskerk]], de hoogleraren [[Adriaan Metius]] en [[Jacobus Arminius]], de geograaf [[Petrus Plancius]], maar ook de dienstmeiden van Pauw, Van Os, en [[Pieter C. Boom]] en de bode van het stadhuis en de [[Voetboogdoelen (Amsterdam)|Voetboogdoelen]].
Op 10 maart [[1595]] was het de [[Compagnie van Verre]] die de eerste schepen naar de Oost zond, dit naar aanleiding van de publicaties van [[Jan Huygen van Linschoten]] over de ''geheime'' vaarroutes van de [[Portugal|Portugezen]]. De nieuwe compagnie verkreeg hiermee een stedelijk monopolie. Vóór de totstandkoming van de [[Vereenigde Oostindische Compagnie|VOC]] in [[1602]] rustte deze nog slechts één expeditie uit.
 
De kamers te Amsterdam en [[Middelburg (Zeeland)|Middelburg]] waren ''de Hoofdkantoren'' van de VOC. Aan het VOC bestuur - [[Heren XVII|De heren 17]] - leverde het college van Amsterdam doorgaans acht vertegenwoordigers. De VOC werd door de Heeren XVII, afwisselend, bestuurd vanuit Amsterdam en Middelburg. Deze vergaderingen vonden zes jaar achtereen in Amsterdam en daarna twee jaar in Middelburg plaats.
Regel 12 ⟶ 13:
==Scheepswerven op het Oostenburg==
<br clear = "all">
[[Afbeelding:Voc.jpg|thumb|right|300px|Het [[scheepswerf]]terrein van de VOC op Oostenburg in [[Amsterdam]]. Foto:&nbsp;bma.amsterdam.nl.'']]
 
In [[1608]] vestigde de Compagnie een bescheiden werf op het [[Rapenburg (eiland)|Rapenburg]], een kunstmatig eiland in het [[IJ (water)|IJ]], waar ook de werven van de [[Admiraliteit van Amsterdam|Amsterdamse Admiraliteit]] gelegen waren. In [[1661]] kocht de Compagnie het grootste gedeelte van [[Oostenburg]], een nieuw kunstmatigaangeplempd eiland aan de oostzijde van de stad.
 
==Bekende zeevaarders, kooplieden en reders vanuit de Amsterdamse kamer==
Regel 20 ⟶ 21:
* [[Adriaen Maertensz. Block]]
 
==Zie verderBron==
Dillen, J.G. van (1958) Het oudste aandeelhoudersregister van de Kamer Amsterdam der Oost-Indische Compagnie. Uitgegeven met steun van de Nederlandsche Handel-Maatschappij N.V. te Amsterdam.
*[[Vereenigde Oostindische Compagnie]]
 
==Externe link==