Kruisvaardersinvasie van Egypte: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
structuur
Regel 18:
|casualties2 =
}}
De '''Kruisvaardersinvasie van Egypte''' ([[1154]] - [[1169]]) bestond uit een aantal campagnes gevoerd door het [[Koninkrijk Jeruzalem]] om zijn positie in de [[Levant]] te versterken. Ditten werdkoste gedaanvan omdathet de positie van deverzwakte [[Kalifaat van de Fatimiden|Fatimiden]] in [[Egypte (land)|Egypte]] erg verzwakt was geraakt.
 
== Achtergrond ==
In de nasleep van de [[Eerste Kruistocht]] en de [[Slag bij Ascalon]] van 1099 bleven de Fatimiden uit Egypte plundertochten houdenondernemen tegen de kruisvaarders in hethun nieuwveroverde koninkrijk. Ondertussen had [[Zengi]], [[atabeg]] van [[Aleppo]], in het noorden een aantal aanvallen uitgevoerd, waarbij het [[Vorstendom Antiochië]] grote schade had geleden.<br/>
De oorlog begon als deel van de opvolgingskwestie in het [[Kalifaat van de Fatimiden]], dat begon te versnipperen onder de druk van het islamitische [[Geschiedenis van Syrië|Syrië]] en de kruisvaardersstaten. Terwijl een deel van de Egyptenaren de hulp inriep van de Syrische vorst [[Nur ad-Din]], zochten anderen contact met de kruisvaarders. Er brak een burgeroorlog uit, en de scheidslijn liep tussen twee religies: moslims tegen christenen. Tijdens de Fatimiden in de [[12e eeuw]] waren interne ruzies meer regel dan uitzondering. De macht lag niet bij de [[kalief]], die niet meer dan een pion was, maar bij zijn [[grootvizier]], de belangrijkste ambtenaar. De instabiele situatie in Egypte maakte het rijp voor inname door een machtigere partij; zowel de kruisvaarders als de Syriërs onder [[Zengi]] lieten hun oog erop vallen.
De [[Tweede Kruistocht]] (1146-1148) was erop gericht om de schade te herstellen die door Zengi was toegebracht. VreemdDe genoegaanval werd deechter aanvalgericht op [[Damascus]] ingezet, Zengi's sterke rivaal. Het beleg werd een mislukking, waten hetde koninkrijkkruisridders ertoehoopten bewoognu omin hetde vizierrichting opvan het zuidenEgypte te richtenexpanderen. om zo expansie te kunnen bereiken.
 
Tijdens de daar in de [[12e eeuw]] heersende dynastie der Fatimiden waren interne ruzies meer regel dan uitzondering. De macht lag niet bij de [[kalief]], die niet meer dan een pion was, maar bij zijn [[grootvizier]], de belangrijkste ambtenaar. De instabiele situatie in Egypte maakte het rijp voor inname door een machtigere partij; zowel de kruisvaarders als de Syriërs onder [[Zengi]] hadden hun oog erop laten vallen.
 
De oorlog begon alstijdens deelconflicten vanrond de opvolgingskwestieopvolging invan de kalief; het [[Kalifaatland van de Fatimiden]], dat begonwas teinstabiel versnipperengeworden onder de druk van het islamitische [[Geschiedenis van Syrië|Syrië]] en de kruisvaardersstaten. Terwijl een deel van de Egyptenaren de hulp inriep van de Syrische vorst [[Nur ad-Din]], zochten anderen contact met de kruisvaarders. Er brak een burgeroorlog uit, en de scheidslijn liep tussen twee religies: moslims tegen christenen. Tijdens de Fatimiden in de [[12e eeuw]] waren interne ruzies meer regel dan uitzondering. De macht lag niet bij de [[kalief]], die niet meer dan een pion was, maar bij zijn [[grootvizier]], de belangrijkste ambtenaar. De instabiele situatie in Egypte maakte het rijp voor inname door een machtigere partij; zowel de kruisvaarders als de Syriërs onder [[Zengi]] lieten hun oog erop vallen.
 
== Aanvang ==
Regel 29 ⟶ 34:
 
Na de val van Jeruzalem in [[1187]] gingen de kruisvaarders zich steeds meer op Egypte richten en minder op de Levant. Tijdens de [[Derde Kruistocht]] hield [[Richard Leeuwenhart]] tweemaal een pleidooi hield voor een invasie van Egypte. Indien Egypte in christelijke handen zou zijn, hadden de kruisvaarders meer mankracht om het Heilig Land opnieuw in te nemen. De moslimwereld had immers steeds weer profijt van de soldaten uit deze regio. De daaropvolgende kruistochten (de Vierde, Vijfde, Zevende, Achtste en de [[Alexandrijnse Kruistocht]]) werden allemaal op Egyptisch grondgebied uitgevochten, met tijdelijke overwinningen en verliezen als gevolg. Het leverde uiteindelijk niets op voor de kruisvaarders: rond [[1291]] werd het laatste grote kruisvaardersbolwerk [[Akko]] veroverd en het Heilig Land verviel aan de strijdkrachten van de [[Mamelukken]].
 
In de nasleep van de [[Eerste Kruistocht]] en de [[Slag bij Ascalon]] bleven de Fatimiden uit Egypte plundertochten houden tegen de kruisvaarders in het nieuwveroverde koninkrijk. Ondertussen had [[Zengi]], atabeg van [[Aleppo]], in het noorden een aantal aanvallen uitgevoerd, waarbij het [[Vorstendom Antiochië]] grote schade had geleden.<br/>
De [[Tweede Kruistocht]] was erop gericht om de schade te herstellen die door Zengi was toegebracht. Vreemd genoeg werd de aanval op [[Damascus]] ingezet, Zengi's sterke rivaal. Het beleg werd een mislukking, wat het koninkrijk ertoe bewoog om het vizier op het zuiden te richten om zo expansie te kunnen bereiken.
 
==Campagne 1 en 2 (1163-1164)==