Hilbert van Dijk: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
HNB (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
HNB (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
'''Hilbert van Dijk''' ([[Kampen (Overijssel)|Kampen]], [[21 juni]] [[1908]] - [[Overveen]], [[16 juli]] [[1944]]) wasis een verzetsman uit de [[Tweede Wereldoorlog]], een leider van de [[Landelijke Knokploegen|LKP (Landelijke Knokploegen)]].
 
Hilbert van Dijk, ook bekend onder zijn schuilnaam 'Arie', werkt als zelfstandig banketbakker en kok. Hij is eigenaar van een banketbakkerij te Kampen.
Na de [[Overval op het Huis van Bewaring|mislukte overval op de Weteringschans]] in Amsterdam is de zwaargewonde Hilbert van Dijk opgepakt. Hij was samen met [[Johannes Post]] in de Amsterdamse [[Kinkerstraat]] om [[Jan Boogaard]] naar een onderduikadres te brengen, maar Boogaard bleek vanaf aanvang de hele overval al verraden te hebben.
 
In het najaar van [[1940]] houdt hij zich bezig met het verspreiden van illegaal drukwerk in Kampen. Vanaf medio 1942 biedt hij ook hulp aan (Joodse) onderduikers en doet o.a. in [[IJsselmuiden]] mee aan overvalacties om distributiebonnen te bemachtigen
Op 16 juli 1944, liggend op een brancard en tezamen met de andere gearresteerden, is Hilbert van Dijk gefusilleerd. Hij ligt begraven op de [[Erebegraafplaats Overveen]] te Bloemendaal.
 
In [[1943]] treedt hij steeds meer op de voorgrond in het verzetswerk en krijgt een leidende en coördinerende positie, samen met I. van der Horst, L. Scheepstra en L.M. (Leen) Valstar. In augustus dat jaar worden de Landelijke Knokploegen opgericht.
 
In [[1944]] zijn er tientallen knokploegen actief met meer dan 600 leden. Hilbert van Dijk is dat jaar ondergedoken in [[Amsterdam]]
 
Met [[Johannes Post]] organiseert hij de tweede overval op het Huis van Bewaring aan de Amsterdamse Weteringschans. Deze vindt plaats in de nacht van 14 op 15 juli 1944. Men wil hiermee een aanzienlijk aantal gevangenen, o.a. de uit Waterland afkomstige KP’ers [[Koen Rozendaal]], [[Niek Jonk]] en [[Jan Wildschut]], bevrijden. In totaal bevinden zich op dat moment 140 verzetslui in de gevangenis, waarvan er 70 ter dood zijn veroordeeld.
 
Ze komen in contact met een daar werkzame bewaker, de SS'er [[Jan Boogaard]]. Hij woont met zijn moeder in de Kinkerstraat. De man is bezorgd over zijn toekomst na de oorlog en beweert met het verzet te willen samenwerken. Als teken van vertrouwen toont hij op 10 juli 1944 de KP-leden een gedetailleerde kaart van de gevangenis. Hij stelt wel een onderduikadres en een paar duizend gulden als voorwaarde. Hij - en zijn moeder - zullen immers moeten onderduiken als wordt ontdekt dat hij aan het verzet heeft meegewerkt. De samenwerking wordt beklonken en de overval gepland op vrijdag 14 juli 1944. Boogaard zal verschillende deuren openen, zodat de ploeg via de binnenplaats toegang krijgt tot de Duitse afdeling van de gevangenis.
 
Johannes Post en Hilbert van Dijk zullen zelf niet aan de overval deelnemen, omdat ze Boogaard en zijn moeder na afloop naar een onderduikadres zullen brengen vanuit het woonadres aan de Kinkerstraat.
 
[[Jan Boogaard]] blijkt echter een verrader en de overval mislukt. De groep wordt opgewacht door de Sicherheitspolizei en er vindt op de binnenplaats van het complex een vuurgevecht plaats, waarbij de Duitsers met een machinegeweer te werk gaan. De groep baant zich en weg naar buiten en probeert het Leidseplein en omgeving te bereiken.
 
Johannes Post en Hilbert van Dijk wachten intussen bij het huis in de Kinkerstraat op Boogaard die, zoals afgesproken, in een auto van de SD zal verschijnen. Als ze de auto de straat inrijdt zijn ze er nog van overtuigd dat alles goed is verlopen. Maar als Post naar de auto toeloopt springen er verschillende Duitsers uit.
 
Als een van de SD'ers Post naar zijn naam vraagt neemt Hilbert van Dijk de benen. [[Willy Lages]], het hoofd van de SD in de [[Euterpestraat]], gaat hem direct achterna. Post trekt zijn revolver en wil op Lages schieten, maar de andere SD'ers overmeesteren hem. Lages komt zonder van Dijk terug en er wordt een - vergeefse - zoektocht per auto ondernomen.
 
Hilbert is tijdens de achtervolging twee keer door kogels geraakt en laat een hevig bloedspoor na. Daarom kan hij niet naar zijn contactadres, omdat de SD dit spoor zou kunnen volgen. Hij kruipt in een willekeurige tuin in een duivenhok, waar hij meerdere malen het bewustzijn verliest. Maar als de bewoners hem ontdekken bellen ze de politie. De SD'ers Viebahn en Kuiper gaan naar het adres en nemen de uitgeputte Van Dijk mee, en werpen hem - nog steeds bloedend - in een cel.
 
De volgende dag, zondag 16 juli, vinden er verhoren plaats, maar niemand laat een woord los. Tegen de middag worden Johannes Post, [[Jan Niklaas Veldman]], [[Willem Frederik Smit]], [[Arie Stramrood]] en [[Jacques Stil]] bij elkaar op de gang verzameld in het hoofdkwartier van de SD aan de Euterpestraat. Aan de groep worden ook nog acht mannen toegevoegd, die betrokken zijn bij de aanslag op het bevolkingsregister in Amsterdam. Allemaal weten ze wat deze voorbereidingen betekenen.
 
Op brancards worden ook de gewonde Hilbert van Dijk en [[Cor ten Hoope]] aan de groep toegevoegd. [[Guus Tresdorf]], tijdens de schietpartij het zwaarst gewond, is al in het Wilhelmina Gasthuis gestorven.
 
Men wordt naar het duingebied in Overveen vervoerd. Daar worden allen door de Duitsers doodgeschoten en in een massagraf geworpen.
 
Hilbert van Dijk ligt bij deze executie nog op de brancard.
 
Hij is later - in [[1945]] - begraven op de [[Erebegraafplaats Overveen]] te Bloemendaal.
 
==Zie ook==