Maria al-Qibtiyya: verschil tussen versies

Mohammed schonk Sirin aan de beroemde dichter [[Hassan ibn Thabit]] († rond [[661]]), Maria behield hij als concubine. Zij leefde in de bovenstad van Medina. Nadat [[Hafsa bint Umar|Hafsa]], een van de echtgenotes van Mohammed, de Profeet en Maria "in flagranti" aantrof, keerden al Mohammed's echtgenotes, waaronder [[Aisha]] zich tegen haar en verliet ze het huishouden en vluchtte ze naar een in een voorstad gelegen boomgaard. De daarop volgende 29 dagen verbleef Mohammed daar, en werden aan hem de verzen van [[Sura]] 66 geopenbaard.

 

 

De zoon die Maria in maart [[630]] baarde werd Ibrahim genoemd. Deze overleed echter vrij snel, nog voor het overlijden van de profeet zelf, naar alle waarschijnlijkheid 27 januari 632 (deze datum valt vrij precies vast te stellen, daar er volgens een bekende hadith hieromtrent er op die datum er een zonsverduistering <ref>http://sunearth.gsfc.nasa.gov/eclipse/SEatlas/SEatlas1/SEatlas0621.GIF </ref> plaatsvond.