Peter Beekman (kunstenaar): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Wikix-oud (overleg | bijdragen)
indeling
onbekende feiten die innmiddels zijn doorgegeven toegevoegd
Regel 4:
Beekman volgde de [[mulo]] en de tekenacademie. Aan het begin van de [[Tweede Wereldoorlog]] was hij getrouwd en had hij één kind. Hij was een niet-praktiserende [[rooms-katholiek]] en woonde o.a. in 's-Gravenhage (de Sillestraat 63) en Utrecht (respectievelijk: Oudenoord 55 bis en Herenweg 5).
 
In de jaren dertig en veertig werkte hij voor een aantal bladen, o.a. met illustratiewerk voor het tweewekelijkse blad Cricket (1936), het weekblad Sport in beeld (1936), een Haagsche courant (1936-1937), het dagblad [[De Telegraaf]](1937-1938) en illustratieshet enweekblad artikelenMotor voor(1938-1939). Voor het weekbladlaatste [[Volkblad enschreef Vaderland]]hij ook artikelen.
 
In de oorlogsjaren was hij o.a. [[redacteur]] van de Afdeeling Perszaken der [[Nationaal-Socialistische Beweging]] (NSB) in Nederland. Hij verrichtte veel tekenwerk voor de [[Volksche Uitgeverij Westland]], die geheel gecontroleerd werd door de Duitse bezetters. Er bestaat een vrij uitvoerige briefwisseling tussen hem en de uitgeverij, toen gevestigd aan de Heerengracht 418 in Amsterdam. Uit de toonzetting en aanhef ("Kameraad") en afsluiting ("Hou Zee!") blijkt de pro-Duitse houding van Peter Beekman.
Regel 10:
In een brief van 24 mei [[1943]] vermeldde hij de contra-[[Arische ras|arisering]] van het gezicht van [[Felix Mendelssohn-Bartholdy|Mendelssohn]] voor het boek ''De Jodenspiegel'' (1943). Op 13 juli van dat jaar schreef hij in een brief over de kabouterboeken ([[Medy te Luij]]), die ook in het boek ''Zwaard van de geest'' (2001) van [[Gerard Groeneveld]] ter sprake komen. In het schrijven van 13 juli 1943 werden ook ''Nieuwe levensvreugde'' en ''Drie kerels'' genoemd. Die boeken kwamen onder de titels ''En toch levensvreugde'' en ''Drie stoere kerels'' in respectievelijk 1943 en 1944 op de markt.
 
Beekman illustreerde het NSB-blad ''Kaderblad voor functionarissen'', dat uitgegeven werd door Nenasu ([[Nenasu|Nederlandsch Nationaal Socialistische Uitgeverij]]). Voor deze uitgeverij tekende hij ook de strip ''De merkwaardige avonturen van Hansje, Ansje en de meeuw'', bestemd voor [[Het Nationale Dagblad]]. In het blad staan ook artikelen van zijn hand. Voor het NSB-bladweekblad Volk en Vaderland verzorgde hij naast artikelen, de stripserie ''Rare, maar ware commentaren''. Hierin staat zelfs een zelfportret afgebeeld. Voor het weekblad Onze Taak verzorgde hij illustraties en artikelen. In respectievelijk 1943 en 1944 ontwierp hij de affiches ''Frontzorg is eereplicht'' en ''Het front voor het vaderland, het vaderland voor het front.''
 
Voor de NSB-journalist [[Max Blokzijl]] illustreerde hij diverse artikelen en diens boek ''Max Blokzijl's luisteraars antwoorden'' (1942). Het bladweekblad [[De Zwarte Soldaat]] (van de [[Weerbaarheidsafdeling|WA]]) werd door Beekman van vrij wat tekeningen voorzien, zoals die van [[Anton Mussert]] en [[Adolf Hitler]] op 10 december 1942. NaastHet hetmaandblad tekenwerkOntwakend deedVolk hijwerd ookdoor anderehem zaken, met name het schrijven van artikelen voor het weekblad [[Motor (blad)|Motor]] (1938-1939)geredigeerd. Hij signeerde op diverse manieren: Peter Beekman, Peter B., Peter B, P.B, PB en Peter. Hij signeerde echter niet altijd.
 
Na de Tweede Wereldoorlog moest hij zich verantwoorden voor zijn [[collaboratie]] met de Duitsers. De Volksche Uitgeverij Westland was zelfs mede opgericht door de commandant van het [[strafkamp Erika]] in [[Ommen]], de beruchte [[Werner Schwier]]. In een brief van 10 augustus [[1948]] vermeldde Beekman zijn werkzaamheden (toezicht bij de opmaak) voor [[Ontwakend Volk]] en De Zwarte Soldaat (illustraties). Zijn brief was gericht aan de Commissie voor de [[Perszuivering]]. Op 14 augustus 1948 moest hij zich in het Provinciehuis te Groningen verantwoorden voor zijn beleid als jeugdredacteur van Het Nationale Dagblad, redacteur van Ontwakend Volk en medewerker van Volk en Vaderland en De Zwarte Soldaat. Hierna verdween Peter Beekman in de anonimiteit.
 
==Bibliografie==