Rembrandt van Rijn: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Ptbotgourou (overleg | bijdragen)
k robot Erbij: sw:Rembrandt
Sopotra (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 22:
Rembrandt beschouwde zichzelf als een historie- en portretschilder. Hij maakte in alle levensfasen door iedereen bewonderde zelfportretten. Zijn honderd geschilderde en twintig geëtste zelfportretten geven een opmerkelijk scherp beeld van zijn uiterlijk en zijn gevoelens. Zijn naaste familie: zijn moeder, zijn [[vrouw]] [[Saskia van Uylenburgh]], en zijn zoon [[Titus van Rijn]] zijn vaak nadrukkelijk in zijn schilderijen aanwezig. Misschien hebben ook zijn [[maîtresse]]s [[Geertje Dircx]] en [[Hendrickje Stoffels]] gefungeerd als model voor [[Bijbel (christendom)|bijbelse]] of historische figuren, maar daarvoor zijn nauwelijks bewijzen.
 
Ook zijn [[ets]]en en tekeningen zijn beroemd. Zijn opmerkelijke beheersing van het spel met licht en donker, waarbij hij vaak scherpe contrasten (''[[clair-obscur]]'') neerzette, om zo de toeschouwer de voorstelling binnen te leiden, leidde tot levendige scènes vol dramatiek. ZijnDoordat zichtbarehij betrokkenheidzichtbaar enbegaan compassiewas met degenen die hij schilderde of tekende, ongeachtwaarbij hun rijkdom, leeftijd of afkomst makener niet toe deden, wordt Rembrandt overal ter wereld begrepen en gewaardeerd.
 
==Levensloop==
Rembrandt van Rijn werd op [[15 juli]] [[1606]] in [[Leiden]] geboren in de Weddesteeg, als negende kind van de molenaar, Harmen Gerritsz. en een welgestelde bakkersdochter Neeltje van Zuytbrouck.<ref>G. Schwartz, een van de grote autoriteiten houdt het jaar [[1606]] aan.</ref> Rembrandt bezocht de [[Latijnse school]] en werd op bijna 14-jarige leeftijd door zijn ouders ingeschreven aan de [[Universiteit Leiden|universiteit van Leiden]].
Waarschijnlijk bleef het daarbij omdat Rembrandt te kennen gaf dat hij liever schilder wilde worden. Rond 1621 deden zijn ouders hem voor drie jaar in de leer bij de Leidse [[historieschilder]] [[Jacob van Swanenburgh]]. In 1625 vertrok hij naar Amsterdam om in de leer te gaan bij de toen toonaangevende schilder [[Pieter Lastman]], waarvan wie hij leerde [[compositie (beeldende kunst)|composities]] op te bouwen. Vervolgens opende Rembrandt een atelier in Leiden, waar hij veel samenwerkte met zijn vriend, studiegenoot en collega [[Jan Lievens]]. [[Constantijn Huygens]], secretaris van de [[stadhouder]] en kunstkenner, bezocht hen en verhaalde vervolgens met bewondering over het werk van de twee aanstormende talenten.<ref>Huygens, C. (z.j.) Mijn jeugd, p. 84-87. Vertaling en toelichting: C.J. Heesakkers (1987).</ref> In 1627 nam Rembrandt voor het eerst leerlingen aan, onder wie [[Gerrit Dou]] en [[Isaac de Jouderville]]. Een van de eerste Amsterdamse kopers van zijn werk was [[Joan Huydecoper van Maarsseveen]].<ref>Schwarz, G. (1987) Rembrandt, p. 134.</ref>
 
[[Image:Rembrandt aux yeux hagards.jpg|thumb|left|zelfportret 1630]]
 
In 1631 was Rembrandt al zo bekend dat hij verschillende opdrachten kreeg, waaronderonder meer van [[Nicolaes Tulp]]. Het schijnt dat hij daarom verhuisde naar Amsterdam. Hij kocht zich in bij de kunsthandelaar [[Hendrick Uylenburgh]], die hem nog meer opdrachten bezorgde, zoals een portret van [[Johannes Wtenbogaert]]. Rembrandt produceerde in deze jaren een nooit meer geëvenaard aantal schilderijen in zijn werkplaats. In 1634 trouwde Rembrandt met Hendricks nicht [[Saskia Uylenburgh]]. Ze kwam uit een goede familie: haar vader [[Rombertus van Uylenburgh]] was ooit burgemeester van Leeuwarden; haar zwager was de Poolse theoloog [[Johannes Maccovius]]; haar nicht Hendrickje was getrouwd met de Friese schilder [[Wybrand de Geest]]. Haar nicht Aeltje, getrouwd met [[Johannes Silvius]], de predikant van de [[Oude Kerk (Amsterdam)|Oude kerk]] woonde ook in Amsterdam. Ook zij kan Saskia, die in [[St. Annaparochie]] woonde bij haar oudere zus Titia, met Rembrandt in contact hebben gebracht. Titia of Tietje was met de plaatselijke [[grietenij]]secretaris getrouwd. Het huwelijk is aldaar voltrokken, zonder de aanwezigheid van Rembrandts familie.<ref>http://62.166.144.44/rembrandt/website/?lc=nl&page=53 </ref>
 
In 1639 verhuisden Rembrandt en Saskia van een voornaam huis in de [[Nieuwe Doelenstraat]] - het echtpaar woonde in bij Willem Boreel - naar een eigen huis in de [[Sint Anthoniesbreestraat]]: een straat met veel immigranten en leidend naar de Joodse buurt.<ref>http://stadsarchief.amsterdam.nl/presentaties/verzameld_werk/rembrandt_prive/rembrandt_van_rijn/rembrandt_koopt_huis/index.nl.html </ref> Zijn woonhuis is nu het museum ''Het [[Rembrandthuis]]'', aan de [[Jodenbreestraat (Amsterdam)|Jodenbreestraat]]. Hoewel het hun financieel voor de wind ging - Rembrandt erfde 10.000 gulden van zijn moeder - kreeg Saskia ook commentaar van haar familie en voormalig voogd dat ze haar geld er door joeg.<ref>Broos, B. (1999) Das Leben Rembrandts van Rijn (1606-1669). In: Rembrandt Selbstbildnisse, p. 78.</ref> Rembrandt nam een andere kunsthandelaar aan de hand, [[Joannes de Renialme]], wonende op de [[Kloveniersburgwal]].
 
Rembrandt en zijn vrouw kregen te maken met verschillende tegenslagen; driemaal moest een kind worden begraven vlak na de geboorte. In 1641 kregen zij een zoon, die ze vernoemden naar haar zuster Titia en [[Titus van Rijn|Titus]] noemden. Toen Saskia kort daarna stierf - maar ze had Rembrandt eerst had laten beloven dat hij nooit opnieuw zou trouwen - nam hij de weduwe [[Geertje Dircx]] uit [[Ransdorp]], als verzorgster in dienst.<ref>Broos, B. (1999) Das Leben Rembrandts van Rijn (1606-1669). In: Rembrandt Selbstbildnisse, p. 79.</ref> Van het een kwam en het ander, maar het stel ging met ruzie en juridische processen uit elkaar, toen; Geertje daagde Rembrandt voor de rechter had gedaagd wegens verbroken huwelijksbeloften. Met behulp van haar broer en haar nieuwe buren kreeg Rembrandt het voor elkaar om haar een aantal jaren in een [[spinhuis]] in [[Gouda]] te laten opsluiten. Rembrandt betaalde voor de reiskosten. HetDit ging hem blijkbaar ook niet in de koude kleren zitten, want hij produceerde bijzonder weinig in 1649.
In dat jaar was [[Hendrickje Stoffels]] de opvolgster van Geertje geworden. In [[1654]] kreeg zij een officiële berisping van de Gereformeerde kerk, omdat zij 'in hoererij leefde' met de schilder Rembrandt. Rembrandt werd niet vermaand omdat hij geen officieel lidmaat van de kerk was. In datzelfde jaar kregen zij een buitenechtelijke dochter die ze Cornelia noemde, naar Rembrandts moeder.