Vodník (symfonisch gedicht): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Napoleon Vier (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Advance (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
'''"De Watergeest"''' ([[Tsjechisch]] '''"Vodník"''') is een symfonisch gedicht, in [[1896]] geschreven ([[Opus (compositie)|op.]] 107 / B.195) door de [[Tsjechië|Tsjechische]] componist '''[[Antonín Dvořák]]'''. Het ging in [[première]] in [[Londen]] op [[14 november]] [[1896]]..
 
Na zijn terugkeer uit de [[Verenigde Staten]] in [[1895]] legde Dvořák zich al snel toe op het voor hem nieuwe genre van het [[symfonisch gedicht]]. '''"De Watergeest"''' werd gecomponeerd tussen [[6 januari]] en [[11 februari]] 1896, en was zijn eerste werk in dit genre. Het is geïnspireerd door een gelijknamig gedicht uit de bundel ''"[[Kytice]]"'' (= ''"Het Boeket"'', uit [[1853]], een [[bloemlezing]] van [[volksballade]]n) van [[Karel Jaromír Erben]] ([[1811]]-[[1890]]). Dvořáks symfonische gedichten (de zogenaamde [[Erben-cyclus (Antonín Dvořák)|Erben-cyclus]]) waren overigens alle zes geïnspireerd op gedichten uit deze bundel van de Tsjechische historicus, dichter en verzamelaar van Slavische volksliederen en –legenden-legenden.
 
==Wat de mythologie vertelt over de "vodnik":==
Regel 10:
In de ballade waarop Dvořák zich heeft geïnspireerd staat het boosaardige karakter van de watergeest centraal. Al was het niet de bedoeling van de componist, de basistekst van Erben lijn per lijn na te volgen, toch sluit de muziek er merkwaardig nauw bij aan. Zoals Dvořák het zelf verwoordde in een brief aan de [[recensie|muziekrecensent]] [[Robert Hirschfeld]], wenste hij ''"de verschillende hoofdpersonages, hun karakter en de poëtische stemmingen uit te werken"''.
 
De muziek vertelt het verhaal van een meisje, dat ondanks de waarschuwingen van haar moeder de was komt doen aan de oever van een meer waarin een boosardige 'vodník' huist. Deze ontvoert het meisje naar de bodem van het meer, maakt haar tot zijn vrouw en heeft met haar een kind. Vanuit de diepte van het meer klaagt het meisje over haar sombere lot, en zingt een [[wiegelied]] voor haar kind. Ze smeekt de watergeest om nog voor één keer terug te mogen naar haar moeder. Uiteindelijk stemt hij toe. Zij mag voor één dag terug naar moeder, maar haar kind mag niet mee: hij wil het bij zich houden als garantie voor haar terugkeer. Op het einde van de dag komt hij zijn vrouw terughalen, maar hij klopt tevergeefs aan: de moeder wil haar dochter geen tweede maal verliezen en houdt de deur angstvallig gesloten. Om zich te wreken besluit de watergeest het kind te vermoorden. Een woeste storm steekt op, en tijdens die storm legt hij het verminkte lijkje van het kind op de drempel van het huis...
 
[[Categorie:Slavische mythologie]]
[[Categorie:Symfonisch gedicht]]