Messerschmitt Me P.1092: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Killerbob (overleg | bijdragen)
Killerbob (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
== Ontwikkeling ==
De '''Messerschmitt Me P.1092''' is een serie van [[jachtvliegtuigen]] die werd ontworpen door de Duitse vliegtuigontwerper [[Messerschmitt]].
 
== Uitvoeringen ==
==Messerschmitt Me P1092/1==
=== Messerschmitt Me P1092A ===
Het eerste ontwerp, de Messerschmitt Me P1092A was een klein vliegtuig. Een [[Junkers Jumo 004|Junkers Jumo 004C]] [[straalmotor]] was in de onderkant van de romp aangebracht met een luchtinlaat in de neus. De vleugels, eigenlijk de buitenvleugels van een [[Me 262]] hadden een pijlstand van ongeveer 22 graden en waren in het midden van de romp aangebracht. Er was een staartsectie met een V-vorm. Men had gekozen voor een neuswiel [[landingsgestel]]. De [[piloot]] zat in een [[cockpit]] die in het midden van de romp was aangebracht en had een goed uitzicht. De bewapening bestond uit twee 30 mm MK103 [[kanonnen]] in de rompneus.
Regel 10 ⟶ 11:
Hoewel geen van de Me 1092A-E projecten verder werd ontwikkeld werd er een paar maanden later een hele serie nieuwe projecten onder de aanduiding P.1092 opgestart.
 
=== Messerschmitt Me P.1092/2 ===
Onder leiding van Hans Hornung werd er in de [[zomer]] van [[1943]] een aantal nieuwe projecten opgestart voor een serie kleine, eenpersoons, eenmotorige [[straaljagers]]. Hornung had de leiding over het ontwerpteam maar werkte samen met Woldemar [[Vogt]] en Willy Messerschmitt zelf. De basis voor het eerste project, de Me P.1092/1, was de Me P.1092A. Dit eerste project luidde de veranderingen in voor de configuratie van de Me P.1092. De romp werd ingekort en dikker uitgevoerd. De vleugels waren weer de buitenvleugels van de [[Messerschmitt Me 262|Me 262]], hadden een pijlstand van 21,5 graden en waren tegen het midden van de romp geplaatst. Men had in het ontwerp rekening gehouden met het plaatsen van een vleugel met grotere [[spanwijdte]]. De cockpit werd ook verder naar achteren geplaatst. De brandstofcapaciteit moet worden vergroot tot 1.250 lt en dit kon men bereiken door het opnieuw indelen van bepaalde onderdelen. Er werd een nieuwe staartsectie ontwikkeld die aan het einde van een staartboom werd geplaatst. De uitlaat van de [[Junkers Jumo 004|Junkers Jumo 004C]] [[straalmotor]] bevond zich hieronder. Er werden voorzieningen getroffen voor het aanbrengen van een neuswiel [[landingsgestel]].De bewapening die men in gedachte had was erg zwaar voor z’n klein toestel. Deze bestond uit twee 30 MK103 en twee 20 mm MG151/20 [[kanonnen]]. De MK103 kanonnen waren zo lang dat het noodzakelijk was de lopen buiten de romp te laten uitstaken. De bewapenig was geheel in de neus aangebracht, rond de luchtinlaat. De Me P.1092/2 werd gebruikt voor een vergelijking met de Lippisch Li P.20. De P.1092/2 presteerde in bijna alle gevallen als beste. De Me P.1092/2 werd echter niet gebouwd maar er werd wel veel ervaring mee opgedaan voor de ontwikkeling van een aantal latere projecten, vooral de [[Messerschmitt Me P.1106|Me P.1106]] en de [[Messerschmitt Me P.1101|Me P.1101]].
Onder leiding van Hans Hornung werd er in de [[zomer]] van [[1943]] een aantal nieuwe projecten opgestart voor een serie kleine, eenpersoons, eenmotorige [[straaljagers]]. Hornung had de leiding over het ontwerpteam maar werkte samen met Woldemar [[Vogt]] en Willy Messerschmitt zelf.
 
=== Messerschmitt Me P1092P.1092/13 ===
De basis voor het eerste project, de Me P.1092/1, was de Me P.1092A.
Met de Messerschmitt Me P.1092/3 bracht het ontwerpteam meer veranderingen aan in het P.1092 ontwerp. De cockpit werd verder naar achteren geplaatst waar het werd geïntegreerd met het [[richtingsroer]]. Er werden nu twee luchtinlaten aangebracht onder in de rompneus. De motor was een [[Junkers Jumo 004|Junkers Jumo 004C]]. Het landingsgestel bleef hetzelfde. De bovenkant van de rompneus was nu vrij en er kon een zware bewapening van vier 30 mm MK108 kanonnen in worden aangebracht. Dit Messerschmitt ontwerp leek erg op het Me P.1106 en zou dezelfde problemen hebben gehad, namelijk het slechte uitzicht vanuit de cockpit.
 
Dit eerste project luidde de veranderingen in voor de configuratie van de Me P.1092. De romp werd ingekort en dikker uitgevoerd. De vleugels waren weer de buitenvleugels van de [[Messerschmitt Me 262|Me 262]], hadden een pijlstand van 21,5 graden en waren tegen het midden van de romp geplaatst. Men had in het ontwerp rekening gehouden met het plaatsen van een vleugel met grotere [[spanwijdte]]. De cockpit werd ook verder naar achteren geplaatst.
 
De brandstofcapaciteit moet worden vergroot tot 1.250 lt en dit kon men bereiken door het opnieuw indelen van bepaalde onderdelen. Er werd een nieuwe staartsectie ontwikkeld die aan het einde van een staartboom werd geplaatst. De uitlaat van de [[Junkers Jumo 004|Junkers Jumo 004C]] [[straalmotor]] bevond zich hieronder.
 
Er werden voorzieningen getroffen voor het aanbrengen van een neuswiel [[landingsgestel]].
 
De bewapening die men in gedachte had was erg zwaar voor z’n klein toestel. Deze bestond uit twee 30 MK103 en twee 20 mm MG151/20 [[kanonnen]]. De MK103 kanonnen waren zo lang dat het noodzakelijk was de lopen buiten de romp te laten uitstaken. De bewapenig was geheel in de neus aangebracht, rond de luchtinlaat.
 
De Me P.1092/2 werd gebruikt voor een vergelijking met de Lippisch Li P.20. De P.1092/2 presteerde in bijna alle gevallen als beste.
 
De Me P.1092/2 werd echter niet gebouwd maar er werd wel veel ervaring mee opgedaan voor de ontwikkeling van een aantal latere projecten, vooral de [[Messerschmitt Me P.1106|Me P.1106]] en de [[Messerschmitt Me P.1101|Me P.1101]].
 
== Messerschmitt Me P.1092/3 ==
Met de Messerschmitt Me P.1092/3 bracht het ontwerpteam meer veranderingen aan in het P.1092 ontwerp. De cockpit werd verder naar achteren geplaatst waar het werd geïntegreerd met het [[richtingsroer]]. Er werden nu twee luchtinlaten aangebracht onder in de rompneus.
 
De motor was een [[Junkers Jumo 004|Junkers Jumo 004C]]. Het landingsgestel bleef hetzelfde. De bovenkant van de rompneus was nu vrij en er kon een zware bewapening van vier 30 mm MK108 kanonnen in worden aangebracht. Dit Messerschmitt ontwerp leek erg op het Me P.1106 en zou dezelfde problemen hebben gehad, namelijk het slechte uitzicht vanuit de cockpit.
De spanwijdte bedroeg 9,40 m, de lengte 8,10 m, de hoogte 3,60 m en het vleugeloppervlak 12,70 m2 .
 
=== Messerschmitt Me P.1092/4 ===
De Me P.1092 werd verder ontwikkeld in de Me P.1092/4. De romp was voor het grootste deel gelijk gebleven aan die van de Me P.1902/3. De [[cockpit]] was echter naar de rompneus verplaatst. Hierdoor had de [[piloot]] een veel beter zicht dan vanuit de oude cockpit die zich in de staartsectie bevond. Van de [[Messerschmitt Me 262| Me 262]] werden de vleugels, staartsectie en het besturing gebruikt. De vleugels hadden nu een pijlstand van 18 graden. Men maakte van dezelfde [[motor]] en luchtinlaten gebruik. De ruimte in de rompneus was door het verplaatsen van de cockpit nu kleiner geworden maar men kon toch nog vier 30 mm Mk 108 [[kanonnen]] inbouwen. Deze waren nu in de rompzijkant en verder naar achteren geplaatst.
 
Van de [[Messerschmitt Me 262| Me 262]] werden de vleugels, staartsectie en het besturing gebruikt. De vleugels hadden nu een pijlstand van 18 graden.
 
Men maakte van dezelfde [[motor]] en luchtinlaten gebruik.
 
De ruimte in de rompneus was door het verplaatsen van de cockpit nu kleiner geworden maar men kon toch nog vier 30 mm Mk 108 [[kanonnen]] inbouwen. Deze waren nu in de rompzijkant en verder naar achteren geplaatst.
 
De spanwijdte bedroeg 9,40 m, de lengte 8,10 m, de hoogte 3,60 m en het vleugeloppervlak 12,70 m².
 
=== Messerschmitt Me P.1092/5 ===
De Me P.1092/5 was het laatste ontwerp uit de Me P.1092 serie. Het [[ontwerp]] werd weer verder aangepast. De [[cockpit]] werd weer naar de oorspronkelijke lokatie van de Me P.1092A verplaatst, direct boven de vleugels. Men maakte weer gebruik van de vleugels en staartsectie van de [[Messerschmitt Me 262|Me 262]]. De bewapening was in de rompzijkant aangebracht en bestond uit vier 30 mm MK108 [[kanonnen]].
 
De [[cockpit]] werd weer naar de oorspronkelijke lokatie van de Me P.1092A verplaatst, direct boven de vleugels. Men maakte weer gebruik van de vleugels en staartsectie van de [[Messerschmitt Me 262|Me 262]].
 
De bewapening was in de rompzijkant aangebracht en bestond uit vier 30 mm MK108 [[kanonnen]].
 
De [[spanwijdte]] bedroeg 9,40 m, de lengte 8,10 m, de hoogte 3,60 m en het vleugeloppervlak 12,70 m².