Feministische theologie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Besednjak (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
OVervaart (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
De [[Feminisme|Feministische]] [[theologie]] is ontstaan rond 1975. HetDeze theologie verzet zich in de eerste plaats tegen de gangbare theologie, omdat deze mannelijk is. Feministische theologes hebben veelal teleurstellende ervaringen met de mannelijke uitingen van religie, in de vorm van onderdrukking tijdens het huwelijk of discriminatie op grond van de [[Bijbel]]. Om die reden wil de feministische theologie een alternatief brengen in de vorm van vrouwelijke Godsbeelden.: God als vrouwelijk verzorgend en troostend wezen, of als bron van inspiratie naar meer harmonie. Volgens de feministische theologie is het gangbare godsbeeld een mannelijk machtswezen dat middels het gebruik van de Bijbel mannen aan posities helpt. Feministische theologie wordt vaker in Gender[[gender studies]] ingebonden dan aan theologische faculteiten onderwezen.
 
Feministische theologen gaan er van uit dat [[God]] niet in een naam of beeld is te vangen. Zij ontwerpen nieuwe beelden van God waarin God niet langer een (mans)persoon is, maar aangeduid wordt als een bron van inspiratie, een bron van zijn, een macht in relaties. Door deze ontpersoonlijking van God wordt de feministische theologie in verband gebracht met stromingen zoals de [[New Age]]-beweging of de psychologische theologie van [[Eugen Drewermann|Drewermann]].
Regel 5:
In het algemeen hecht de feministische theologie weinig aan traditionele geloofsopvattingen; katholieke feministische theologes hebben verder weinig op met de [[Traditie in de Rooms-Katholieke Kerk|traditie]] en het leergezag van de kerk. In de bijbel vindt men de weerslag van menselijke ervaringen, opvattingen en ideeën. Deze zijn volgens deze theologes vooral tijd- en cultuurgebonden en aan veranderingen onderhevig. Daarom worden de gangbare interpretaties van de bijbel onder de loep gehouden en bekeken in hoeverre die interpretaties de bestaande man-vrouwrolverdeling bevestigen. Hiermee interpreteert de feministische theologie het godsbeeld vooral als een menselijk construct.
 
Bekende feministische theologes zijn onder andere: [[Dorothee Sölle]] (gehuwd met de ex-Benedictijn Fulbert Steffensky), [[Carter Heyward]] (in 1974 illegaal gewijd tot "priesteres"), [[Mary Daly]] (ex-non) en [[Uta Ranke-Heinemann]].
 
In Nederland is [[Catharina Halkes]] een gematigd vertegenwoordigster van de feministische theologie. Zij experimenteerde met name met "vrouwvriendelijke [[liturgie]]" en zette zich ten tijde van de [[Tweede beeldenstorm]] in voor toelating van vrouwen tot het [[priester]]ambt, afschaffing van het celibaat, de [[Huub Oosterhuis]]-liturgie, een opwaardering van de [[pastoraal werker]] en degradering van de [[paus]].
 
Een centraal punt van alle feministische theologie is de vrouwwens alsdat ook de vrouw priester kan worden. In verschillende kerken is dit inmiddels mogelijk, maar met name in de Oosters-orthodoxe en Rooms-katholieke kerk komen priesteressen niet voor. Vaak wordt door het niet toelaten van de vrouw tot dit priesterambt de algemene positie van de vrouw in kerk en samenleving als onderdrukking bekritiseerd.
 
[[categorie:Theologie]]