Barberini: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Napoleon Vier (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Napoleon Vier (overleg | bijdragen)
Regel 15:
* de ''Barberini Vaas'', nu gekend als ''[[Portlandvaas]]'' in het [[British Museum]],
* de ''[[Barberini Faun]]'' en de ''[[Barberini Apollo]]'', uiteindelijk gekocht door koning [[Lodewijk I van Beieren]] en nu in de [[Glyptothek München|Glyptotheek]] te [[München]]
* de ''[[Barberini Hera]]'' in het [[Vatikaanse Musea#Pio-Clementina Museum|Museo Pio-Clementino]] in [[Vatikaanstad]]
* het ''[[Barberini Diptiek]]'', nu in het [[Musée du Louvre]]
Sommige werken zijn echter nog steeds in het bezit van de familie of bevinden zich nog in de collectie van het [[Galleria Nazionale d'Arte Antica|Palazzo Barberini]]. De culturele invloed van de Barberini was aanzienlijk, en gaf in december 2004 nog aanleiding tot een internationaal congres ("I Barberini e la Cultura Europea").
 
De liefde van de Barberini voor de Schone Kunsten had echter ook een keerzijde. Toen Urbanus VIII in 1632 grote hoeveelheden brons (zo'n 250.000 kg!) van het [[Pantheon]] liet verwijderen om er Bernini het baldakijn van de [[Sint-Pietersbasiliek]] mee te laten vervaardigen, ontlokte dit felle kritiek bij de Romeinen, niet alleen omwille van het vandalisme, maar ook omdat het theatrale karakter van het baldakijn van slechte smaak zou getuigen. Het ontlokte aan "Pasquino", één der sprekende beelden van Rome, de uitspraak: ''"Quod non fecerunt barbari, fecerunt Barberini"'' (''"Wat de barbaren niet deden, deden de Barberini"''). De paus verdedigde zich door te antwoorden dat hij een kunstwerk had gemaakt van iets dat er geen was. Maar toch …
 
===Verbanning en terugkeer===
Toen Urbanus VIII in [[1644]] overleed, werd hij opgevolgd door [[Paus Innocentius X|Innocentius X]], uit het rivalizerende geslacht [[Pamphili]]. De Barberini zagen zich genoodzaakt hun privileges op te geven en zelfs Rome te verlaten. De kardinalen Antonio en Francesco en Prins Taddeo vluchtten naar [[Parijs]]. Maar reeds in [[1653]] waren zij opnieuw in de pauselijke gunst getreden, en konden zij hun vroegere bevoorrechte postities weer innemen. Taddeo's oudste zoon Carlo werd kardinaal, en zijn jongere zoon Maffeo erfde zijn vaders titel als Prins van Palestrina.