Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
NjardarBot (overleg | bijdragen)
Bedwyr~nlwiki (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
'''Oud-Iers''' is een [[Eiland-Keltisch]]e taal die van de [[6e eeuw|6e]] tot en met de [[10e eeuw]] gesproken werd in [[Ierland (eiland)|Ierland]], [[Schotland]] en op het eiland [[Man (eiland)|Man]]. Via het [[Middel-Iers]] ontwikkelden zich het [[Iers-Gaelisch|Modern Iers]], [[Schots-Gaelisch]] en [[Manx]] zijn uit deze taal geevolueerd.
 
Het eerste Oud-Iers is te vinden als [[glossen]] bij [[Latijn|Latijnse]] teksten, met name op het vasteland van [[Europa (werelddeel)|Europa]], waar Ierse [[missionaris|missionarissen]] actief waren. Daarnaast zijn er uitgebreide Oud-Ierse teksten terug te vinden in diverse [[Middel-Iers]]e [[handschrift (document)|manuscripten]].
 
==Orthografie==
Het Oud-Iers maakt gebruik van achttien letters uit het [[Latijns alfabet|Latijnse alfabet]] (a,b,c,d,e,f,g,h,i,l,m,n,o,p,r,s,t en u). Het gebruikt de [[accent aigu|síneadh fada]] om onderscheid aan te geven tussen lange en korte klinkers en de [[Punt (diakritisch teken)|punctum delens]] voor [[consonantmutatie|lenities]].
==Grammatica==
Het Oud-Iers heeft net als de andere Eiland-Keltische talen een VSO-woordvolgorde. Werkwoorden kennen een conjucte en een absolute vorm en de meeste [[inflexie|verbuigingen]] die in [[Indo-Europees|Indo-Europese talen]] voorkomen, maar de [[infinitief]] ontbreekt. In plaats daarvan wordt gebruik gemaakt van een [[verbaal nomen]], meestal in combinatie met de [[copula]]
Het Oud-Ierse [[zelfstandig naamwoord]] kent drie [[grammaticaal geslacht|geslachten]] (mannelijk, vrouwelijk, onzijdig), drie [[getal|gramaticale getallen]] ([[enkelvoud]], [[dualis]], [[meervoud]]), en vijf [[naamvallen]] ([[nominatief]], genitief, [[datief]], [[accusatief]], [[vocatief]]). Het werkwoord een conjucte en een absolute vorm en persoonlijke voornaamwoorden kunnen als infix bij het werkwoord voorkomen.
 
Het Oud-Ierse [[zelfstandig naamwoord]] kent drie [[grammaticaal geslacht|geslachten]] (mannelijk, vrouwelijk, onzijdig), drie [[getal|gramaticale getallen]] ([[enkelvoud]], [[dualis]], [[meervoud]]), en vijf [[naamvallen]] ([[nominatief]], genitief, [[datief]], [[accusatief]], [[vocatief]]). Het werkwoord een conjucte en een absolute vorm en persoonlijke voornaamwoorden kunnen als infix bij het werkwoord voorkomen.
 
Persoonlijke voornaamwoorden kunnen als object [[infix|geinfigeerd]] worden bij het werkwoord, dat in deze gevallen een conjuncte vorm heeft.
 
[[Categorie:Eiland-Keltische taal]]