Wereldkampioenschap rally in 1991: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Jeroenbot (overleg | bijdragen)
k Robot-geholpen doorverwijzing: Monte Carlo - Link(s) veranderd naar Monte Carlo (Monaco)
link verbeterd (verwees naar doorwijspagina)
Regel 14:
De strijd om het kampioenschap ging wederom tussen [[Lancia]] en [[Toyota]]. Ondanks een aantal podiumplaatsen, was het voor [[Miki Biasion]] een teleurstellend seizoen. Hij moest de strijd om de titel ook gauw staken. Die ging tussen [[Carlos Sainz]], voor Toyota, en de Lancia-rijders [[Juha Kankkunen]] en [[Didier Auriol]], waarbij de laatst genoemde deze keer uitkwam voor het ''Jolly Club Team'' (2e team van Lancia). [[Ford]], [[Mitsubishi Motors Corporation|Mitsubishi]] en [[Subaru]] vochten vooral het gevecht daarachter uit, al waren ze op uitzondering sneller dan de dominante teams. [[Mazda]] kende een moeizaam jaar en verlieten het WK-Rally na afloop van het seizoen.
 
Het seizoen kende een verrassende en tegelijkertijd dramatische start in [[Monte Carlo Rally|Monte Carlo]]. Ford's nieuwe aanwinst [[François Delecour]] reed geheel onverwacht de sterren van de hemel en lag ingaand van de laatste proef aan de leiding, met ruim 40 seconden voorsprong op Carlos Sainz in de Toyota. Delecour brak echter op die laatste proef door zijn vering en verloor meer dan 6 minuten, waardoor Sainz de rally won, en Delecour als derde eindigde. Het resterende seizoen werd een spannende strijd tussen Sainz en Kankkunen. Auriol moest afhaken na uitvallen in de voorlaatste ronde van het kampioenschap. De afsluiter van het seizoen werd gewonnen door Juha Kankkunen, waar Sainz niet verder kwam dan de derde plaats. Kankkunen greep hierdoor naar zijn derde wereldtitel en vestigde daarmee een record. Mitsubishi-rijder [[Kenneth Eriksson]] werd met een overwinning in zijn thuisrally, vijfde in het kampioenschap. De Duitse Toyota-rijder [[Armin Schwarz]] won dat jaar met zijn ervaren navigator [[Arne Hertz]] (voorheen naast [[Hannu Mikkola]]) de eerste WK-ronde in Spanje. De best presterende rijder bij Ford was François Delecour. Teamgenoot [[Alex Fiorio]] verliet vroeg in het seizoen het team en de Brit [[Malcolm Wilson]] kon ook geen potten breken. [[Markku Alén]] was de best presterende Subaru-man, maar ging voor het seizoen van [[Wereldkampioenschap Rally in 1992|1992]] in zee met Toyota. [[Ari Vatanen]] werd vervanger van Alén. Vatanen reed in [[1991]] al de afsluiter van het seizoen voor het team van [[David Richards]]. [[Timo Salonen]] verliet Mazda dat seizoen voor Mitsubishi, en rijders [[Hannu Mikkola]] en het jonge talent [[Tommi Mäkinen]] kende een moeilijk seizoen. [[Nissan Motors|Nissan]] keerde dat jaar terug in het WK-Rally, met [[Stig Blomqvist]] als voornaamste rijder. Een grote indruk kon het team nog niet achterlaten met de [[Nissan Sunny|Sunny GTI-R]].
 
Het constructeurskampioenschap werd wederom beslist in het voordeel van Lancia. Toyota eindigde met nog geen tien punten achterstand, wederom tweede in de eindstand. Mitsubishi werd wederom derde, onder ander met dank aan de overwinning van de japannner Kenjiro Shinozuka in de [[Ivoorkust]]. Het was de eerste overwinning van een Japanse rijder in het WK-Rally. Dit was overigens het laatste jaar dat Lancia als officieel fabrieksteam aan de start kwam. In [[1992]] gingen ze verder als semi-officieel team, echter wel met een nieuwe evolutie van de Lancia Delta. Met steun van ''Jolly Club'' was het wederom een prominent team in het kampioenschap dat jaar, met vrijwel identiek personeel.