Wereldkampioenschap rally in 1995: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Jeroenbot (overleg | bijdragen)
k Robot-geholpen doorverwijzing: Monte Carlo - Link(s) veranderd naar Monte Carlo (Monaco)
Josti88 (overleg | bijdragen)
Regel 14:
==Kenmerken==
 
Het seizoen werd vooral gekenmerkt door het drama van [[Toyota]]. Het team werd tijdens de voorlaatste ronde van het kampioenschap in [[Rally van Spanje|Spanje]] gediskwalificeertgediskwalificeerd, door het gebruik van illegale [[Turbo|Turbo's]]. Het team had een manier gevonden om meer lucht te krijgen door de restrictor, dan door de FIA toegestaan. Al het gehele seizoen verwonderde de concurrentie zich over de snelheid van de nieuwe [[Toyota Celica|Celica ST205's]] van Toyota. [[Juha Kankkunen]] leidde de rally in Spanje (nota bene een asfalt rally), totdat hij na een crash uitviel. Vervolgens gingen de auto's na afloop van de rally op inspectie en werden illegaal bevonden. De FIA kwam gelijk met sancties en diskwalificeerden het team voor het gehele jaar. Daar bovenop kwam ook nog eens een verbod op deelname in het kampioenschap van [[Wereldkampioenschap Rally in 1996|1996]]. Toyota keerde officieel pas terug, halverwege het seizoen van [[Wereldkampioenschap Rally in 1997|1997]], met de nieuwe [[Toyota Corolla|Corolla WRC]].
 
Het seizoen vond zijn start traditioneel in [[Rally van Monte Carlo|Monte Carlo]], waar [[Subaru]]-rijder [[Carlos Sainz]] won. In verloop van het seizoen werd duidelijk dat Subaru en Toyota het meest aan elkaar gewaagd waren. [[Ford]] reed dat jaar rond als semi-officieel team, al reed het wel een volledig seizoen. [[François Delecour]] keerde dat jaar weer volledig terug, maar ondanks tweemaal een tweede plaats, kende de Fransman een moeizaam seizoen met de [[Ford Escort|Escort RS Cosworth]]. Zijn teamgenoot dat jaar was de Belg [[Bruno Thiry]], die een aardige indruk achterliet het jaar daarvoor. Hij was bijna de eerste Belgische WK-winnaar in de [[Tour de Corse]] dat jaar, maar ondervond problemen op de voorlaatste proef van de wedstrijd en viel uit. Ford's probleemvol seizoen gaf ruimte aan [[Mitsubishi Motors Corporation|Mitsubishi]], die nu met [[Mitsubishi Lancer|Evo 3]] versie, hun zaken beter voor elkaar hadden en de aansluiting geregeld vonden. [[Kenneth Eriksson]] won zijn thuisrally in [[Rally van Zweden|Zweden]] en greep later in het jaar ook naar de winst in [[Rally van Australië|Australië]]. Teamgenoot [[Tommi Mäkinen]] won wederom in [[Rally van Finland|Finland]], echter telde die rally enkel mee voor het 2-liter kampioenschap. De Fin was het gehele jaar wel competitief, wat in de jaren erna ook op grotere maat zou blijken. Maar zoals vermeld was het een kampioenschap dat vooral tussen Toyota- en Subaru-rijders ging. Regerend wereldkampioen [[Didier Auriol]] kende een wat moeilijker seizoen, met zowel problemen met zijn auto als zijn vaste navigator Bernard Occelli, die vroeg in het seizoen er actief mee stopte. De Fransman won nog wel zijn thuisrally in Frankrijk, maar moest afhaken voor de titel. Teamgenoot Juha Kankkunen kon lang meedingen voor het kampioenschap, tot zijn uitvallen in de voorlaatste ronde in Spanje, waar uiteindelijk Toyota gediskwalificeert zou worden. Bij deze werd de titelstrijd beslist tussen de twee Subaru-rijders, Carlos Sainz en [[Colin McRae]]. De twee vochten een felle seconden strijd uit in Spanje. Door teamprincipes moest McRae uiteindelijk zijn meerdere geven aan Sainz, waar de Schot absoluut ontevreden over was. Hij nam op zijn manier wraak in de laatste ronde in Groot-Brittannië, waar hij met dominantie de rally won en gekroond werd als niet alleen de jongste, maar ook de eerste Britse wereldkampioen.
Regel 20:
Het constructeurskampioenschap, dat jaar onder een geheel nieuwe puntentelling, werd vooral door Toyota´s diskwalificatie een prooi voor Subaru. Mitsubishi werd op niet al te grote afstand tweede, terwijl Ford vrij kansloos de laatste plaats bediende. Het 2-liter (F2) kampioenschap ging dat jaar naar [[Peugeot]] toe.
 
De titel in het productie kampioenschap werd gewonnen door de Portugees Rui Madeira, achter het stuur van een [[Groep N]] Mitsubishi Lancer, met de Argentijnse veteraan Jorge Recalde op plaats twee. Isolde Holderied won wederom in haar Mitsubishi de ''FIA Ladies Cup'', dat in [[1996]] echter geen terugkeer meer kende.
 
==Overzicht==