Wereldkampioenschap rally in 1992: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Josti88 (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Josti88 (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 17:
[[Ford]] nam voor het eerst sinds [[Wereldkampioenschap Rally in 1988|1988]] weer deel als officieel fabrieksteam, rijdend met de [[Ford Sierra|Sierra RS Cosworth 4x4]]. Naast vaste rijder [[François Delecour]] werd het team versterkt door de komst van [[Miki Biasion]], die voor het eerst sinds [[1982]] niet in een Lancia deel ging nemen aan WK-rally's. [[Mitsubishi]] was bezig met de ontwikkeling van de eerste [[Mitsubishi Lancer|Lancer Evolution]]-versie, maar reed in dit seizoen nog met de [[Mitsubishi Galant|Galant VR-4]], met rijders [[Kenneth Eriksson]] en [[Timo Salonen]]. Salonen reed slechts twee evenementen dat jaar, voordat hij in eind maakte aan zijn loopbaan als rallyrijder. [[Subaru]] bracht meer competitie dat jaar, met [[Ari Vatanen]] en een jonge [[Colin McRae]] als teamgenoot. Toch bleek de [[Subaru Legacy|Legacy RS]] niet het ultieme rallywapen van Subaru te zijn, en het team was inmiddels al bezig met een opvolger voor het seizoen van [[Wereldkampioenschap Rally in 1993|1993]]. [[Nissan]] kon ondanks een derde plaats van [[Stig Blomqvist]] in de WK-ronde van [[Zweden]], niet imponeren op de grote teams, en trok de [[Nissan Sunny|Sunny GTI-R]] na het seizoen al weer terug, om vervolgens in de jaren erna een gooi te doen op WK-succes in lagere klasses in de rallysport.
 
Net zoals in [[Wereldkampioenschap Rally in 1991|1991]] werd het kampioenschap in de laatste ronde beslist. Dit keer waren het echter drie rijders die nog voor de titel konden gaan. Wederom Sainz, Kankkunen en Auriol. Met een overwinning van Sainz ging het kampioenschap voor de tweede maal naar de Spanjaard. Auriol, die met zes overwinningen in het seizoen qua winst de meest succesvolle rijder was, kende een ongelukkig slot van het kampioenschap, en misttemiste bij deze de titel. Kankkunen werd door Auriols ongeluk nog tweede in de eindstand, gevolgd door de Fransman op plaats drie. Biasion reed naar eigen zeggen een gefrustreerd seizoen en eindigde wederom op de vierde plaats. Markku Alén eindigde in zijn laatste volledige seizoen verdienstelijk vijfde in het kampioenschap, met onder andere een podiumplaats in zijn thuisrally. De Subaru-rijders kenden een onregelmatig seizoen, met McRae als beste geklasseerd op plaats acht.
 
Het constructeurskampioenschap ging weer tussen Lancia en Toyota, al was er deze keer meer aansluiting van een derde team, in dit geval Ford. Het team van Lancia verliet de rallysport met een tiende en laatste constructeurstitel, voor Toyota op plaats twee. Lancia zou in [[1993]] nog terugkeren onder de hand van privé-teams, mede door het Italiaanse ''Jolly Club Team''.