Wereldkampioenschap rally in 1990: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Josti88 (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Josti88 (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 14:
Het seizoen trapte weer traditioneel af in [[Rally van Monte Carlo|Monte Carlo]]. Daar werd het een gevecht tussen de twee kemphanen van [[Lancia]] en [[Toyota]], [[Didier Auriol]] en [[Carlos Sainz]]. De laatst genoemde was eigenlijk de enige rijder die het de Lancia-coureurs lastig kon maken. [[Juha Kankkunen]] keerde namelijk weer terug bij Lancia. Regerend kampioen [[Miki Biasion]], begon ondanks twee overwinningen dat seizoen, langzaam minder prominent in het kampioenschap te worden. Sainz won dat jaar zijn eerste WK-Rally in de Griekse [[Rally van Griekenland|Acropolis Rally]] en besliste met een derde plaats in de WK-ronde in [[Italië]] het kampioenschap in zijn voordeel. Tevens was de Spanjaard dat jaar de eerste niet-[[Scandinavië|Scandinavische]] winnaar van de [[Rally van Finland]]. Hij sloot het seizoen sterk af met een verdiende overwinning in Groot-Brittannië. Teamgenoot en oude rot in het vak [[Björn Waldegård]] won op zijn 46-jarige leeftijd zijn vierde [[Safari Rally]] dat jaar, en is daarmee nog steeds de oudste winnaar van een WK-Rally ooit.
 
[[Mitsubishi Motors Corporation|Mitsubishi]] kon het succes van het jaar daarvoor, niet herhalen in [[1990]]. [[Ari Vatanen]] kende ondanks een aantal sterke optredens een wisselvallig seizoen en keerde het jaar daarop niet terug bij het team. Zijn nieuwe teamgenoot [[Kenneth Eriksson]] kon geen potten breken, maar werd wel de best geklasseerde Mitsubishi-rijder in het kampioenschap, op plaats acht. Het team van [[Mazda]] kwam halverwege het seizoen eindelijk met een opvolger voor de [[Mazda 323|323 4WD]], in de vorm van een doorgeëvolueerde versie genaamd de [[Mazda 323|GTX]]. Inmiddels gebasseerd op een nieuwer model van de 323-serie. Een grote impact werd er echter met rijders [[Timo Salonen]] en [[Hannu Mikkola]] niet mee gemaakt. [[Ford]] reed net zoals in [[Wereldkampioenschap Rally in 1989|1989]] een geselecteerd programma als semi-officieel fabrieksteam, met rijders [[Malcolm Wilson]] en [[Pentti Airikkala]], zonder al teveel succes. Het team debuteerde dat jaar de nieuwe [[Ford Sierra|Sierra RS Cosworth 4x4]]. Dat jaar zagen we ook de entrée van de [[Prodrive]]-[[Subaru]] formatie (een nog steeds lopend project in het WK-Rally), met voornaamste rijder [[Markku Alén]], overkomend van Lancia. Ondanks de onbetrouwbaarheid van de auto[[Subaru Legacy|Legacy RS]], werd de Fin sterk vierde in zijn thuisrally, wat perspectief bood voor de toekomst. Een laatste interessante deelname kwam er van [[Volkswagen]], die een laatste serieuze poging deed naar WK-succes met de [[Volkswagen Golf|Golf G60 Rallye]]. Ondanks een derde plaats van [[Erwin Weber]] in [[Nieuw-Zeeland]], werd het project na het seizoen stop gezet.
 
Lancia vestigde dat jaar een record, door voor de vierde maal op rij kampioen bij de constructeurs te worden. Inmiddels was dit ook al hun achtste WK-titel als merk, echter stonden ze daar al langer bovenaan in de lijst. Toyota werd met slechts zes punten achterstand, tweede in de strijd om de titel, en op verre afstand kwam Mitsubishi pas aanzetten op plaats drie.