Plattelandersbond: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Koektrommel (overleg | bijdragen)
Pantalone (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 3:
Sinds 1919 was [[Arend Braat]] ('Boer Braat') de grote voorman van de Plattelandersbond. Hij was een bekend Kamerlid, dat in het parlement weinig aanzien had door zijn enigszins lompe optreden. Hij diende vijf keer een initiatiefvoorstel in om de zomertijd af te schaffen. Geen van die pogingen had succes.
 
De Plattelandersbond was tussen 1918 en 1933 in de Tweede Kamer vertegenwoordigd en haalde gemiddeld 1,4% van de stemmen. De aanhang was vooral te vinden op de [[Zuid-Hollandse eilanden]], in [[Noord-NederlandGroningen (provincie)]], [[Friesland]], [[Drenthe]] en in delen van [[Gelderland]]. Tussen 1922 en 1925 had de partij twee afgevaardigden. In de overige jaren was er steeds één Kamerlid. In 1925 waren er twee lijsten van de Plattelandersbond: van Braat en De Boer.
 
=== Geschiedenis van de partij ===
De partij werd gesticht op [[17 februari]] [[1917]]. Tijdens de verkiezingen van [[1918]] een zetel in de Tweede Kamer. De partij had aan de verkiezingen deelgenomen met twee verschillende lijsten, een religieuze en een niet-religieuze, om beide groepen agrariërs te paaien.
 
Tijdens de Eerste Wereldoorlog was Nederland als onafhankelijk land sterk aangewezen op de eigen landbouw. Hierdoor nam de regeringsinvloed op de agrarische sector sterk toe, wat leidde tot ontevredenheid onder de boeren. De enige partijzetel werd bezet door [[Frederik Bos]].
 
Tussen 1918 en 1919 werkte de bond samen met vier andere splinterpartijen. Dit samenwerkingsverband werd geleid door voormalig minister [[Willem Treub]].
 
Regel 14 ⟶ 16:
 
Tijdens de verkiezingen van 1922 won de bond een tweede zetel, wat deels is te verklaren doordat Braats onconventionele gedrag sommige plattelandskiezers aansprak.
 
Het tweede kamerlid van de bond, De Boer, probeerde Braats positie als partijleider in te nemen.
Het tweede kamerlid van de bond, De Boer, probeerde Braats positie als partijleider in te nemen. Hij werd uit de bond verwijderd en nam op eigen titel deel aan de verkiezingen van 1925. Braat verloor zijn tweede zetel, maar De Boer slaagde er niet in zijn zetel te behouden.
 
Braat verloor zijn tweede zetel, maar De Boer slaagde er niet in zijn zetel te behouden.
Na de verkiezingen van 1929 kwam het leiderschap van Braat nog sterker onder druk te staan. Door zijn agressieve handelen tegen aanhangers van De Boer functioneerde de partij niet goed meer.
 
Voor de verkiezingen van 1933 veranderde de partij zijn naam in ''[[Nationale Boeren-, Tuinders- en Middenstandspartij]]'' (NBTM) en werd de partijorganisatie vernieuwd.
Voor de verkiezingen van 1933 veranderde de partij zijn naam in ''[[Nationale Boeren-, Tuinders- en Middenstandspartij]]'' (NBTM) en werd de partijorganisatie vernieuwd. De twee lijsttrekkers waren [[Cornelis Vervoorn]], een rijke boer, namens de provincies Groningen en Drenthe en Arend Braat voor de rest van Nederland. Tegen de verwachting in kwam Vervoorn in het parlement terecht omdat hij meer stemmen kreeg dan Braat. Braat probeerde Vervoorn te overreden zijn zetel op te geven, maar deze weigerde.
Tegen de verwachting in kwam Vervoorn in het parlement terecht omdat hij meer stemmen kreeg dan Braat.
Braat probeerde Vervoorn te overreden zijn zetel op te geven, maar deze weigerde.
 
In de verkiezing van 1937 verloor de partij zijn zetel, wat verklaard kan worden door de opkomst van de Nationaal Socialistische beweging die eveneens een sterke basis had in de agrarische sector.
 
== Ideologie ==
De partij pretendeerde op te komen voor de belangen van de boeren en landelijke gemeenschappen. Men zag landbouw en veeteelt als de belangrijkste bron van welvaart in Nederland. Voornaamste doel was het verzekeren van een redelijke inkomenspositie voor boeren, het uitbreiden van de agrarische sector en het beschermen van eigendomsrechten. Men wilde afschaffing van de zomertijd, verlaging van belasting, vermindering van regerings inmenging, oprichting van een ministerie van landbouw, het instellen van een pensioen, verbetering van landbouwkundige opleidingen en het stopzetten van semenvoeging van dorpen.
De partij pretendeerde op te komen voor de belangen van de boeren en landelijke gemeenschappen.
Men zag landbouw en veeteelt als de belangrijkste bron van welvaart in Nederland.
Voornaamste doel was het verzekeren van een redelijke inkomenspositie voor boeren, het uitbreiden van de agrarische sector en het beschermen van eigendomsrechten.
Men wilde afschaffing van de zomertijd, verlaging van belasting, vermindering van regerings inmenging, oprichting van een ministerie van landbouw, het instellen van een pensioen, verbetering van landbouwkundige opleidingen en het stopzetten van semenvoeging van dorpen.
 
De naamswijziging in 1933 tot NBTM hield ook een ideologische heroriëntatie in. Naast de oude doelgroep, de agrarische sector, richtte de partij zich nu meer op de middenklasse in stedelijke gebieden. Kleine bedrijven en middenstanders werden gezien als verbinding tussen boeren en consumenten. Er werden kreten aan het partijmanifest toegevoegd als goedkopere leningen en regulering van advertenties.
De naamswijziging in 1933 tot NBTM hield ook een ideologische heroriëntatie in.
Naast de oude doelgroep, de agrarische sector, richtte de partij zich nu meer op de middenklasse in stedelijke gebieden. Kleine bedrijven en middenstanders werden gezien als verbinding tussen boeren en consumenten. Er werden kreten aan het partijmanifest toegevoegd als goedkopere leningen en regulering van advertenties.
 
== Leiderschap en ondersteuning ==