Zonnenevel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k link
Regel 46:
Als door de zonnewind al het gas uit de protoplanetaire schijf is weggeblazen, blijven er vele protoplaneten en planetesimalen over. Tussen 10 en 100 miljoen jaar na het begin van de vorming zullen de protoplaneten elkaars banen verstoren met hun gravitatie, totdat ze in botsing met elkaar komen. De objecten die bij zulke grote inslagen ontstaan zijn de uiteindelijke planeten. De gangbare hypothese is dat een dergelijke inslag tussen de proto-Aarde en een object ter grootte van de planeet [[Mars (planeet)|Mars]] voor de vorming van de [[Maan]] heeft gezorgd. Het proces is onvoorspelbaar: een soortgelijke protoplanetaire schijf kan makkelijk met meer of minder planeten eindigen dan in ons Zonnestelsel.
 
De kleinere planetesimalen, die in veel grotere hoeveelheden aanwezig zijn dan de protoplaneten, kunnen lang in het planetaire stelsel aanwezig blijven. In de loop der tijd zullen de planeten met hun [[gravitatieveld]]en veel planetesimalen "opvegen". Dit kan of door hun baan te verstoren en ze naar de buitenste gedeelten van het Zonnestelsel (de [[Oortwolk]]) te verbannen, of door hun banen dusdanig te veranderen dat ze met andere planeten in botsing komen. Een aantal zullen in stabiele banen terechtkomen, dit zijn de huidige planetoïden. Voor een aantal honderd miljoen jaar werden de ontstane planeten echter "gebombardeerd" met planetesimalen. Hierdoor zijn de [[tektoniek|tektonisch]] minder actieve planeten en manen in het Zonnestelsel overdekt met [[inslagkrater]]s. Hoewel het bombardement in de loop der tijd is afgenomen, kan worden gezegd dat dit stadium niet ten einde is zolang er kleine lichamen in het Zonnestelsel zijn, zoals de inslag van de komeet [[komeet Shoemaker-Levy 9]] op [[Jupiter (planeet)|Jupiter]] in 1994 aantoonde.
 
In ons Zonnestelsel zijn aanwijzingen te vinden voor een hernieuwde periode van heftige inslagen, waarschijnlijk veroorzaakt door de resonantie van de gravitatie van Jupiter en [[Saturnus (planeet)|Saturnus]], waardoor een grote hoeveelheid planetesimalen naar het binnenste gedeelte van het Zonnestelsel werden getrokken. Deze periode van intense inslagen wordt het ''[[Late Heavy Bombardment]]'' genoemd.