Feministische theologie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
3wisemen (overleg | bijdragen)
k woordkeuze & - typo
Regel 5:
In het algemeen hecht de feministische theologie weinig aan traditionele geloofsopvattingen; katholieke feministische theologes hebben verder weinig op met de [[Traditie in de Rooms-Katholieke Kerk|traditie]] en het leergezag van de kerk. In de bijbel vindt men de weerslag van menselijke ervaringen, opvattingen en ideeën. Deze zijn volgens deze theologes vooral tijd- en cultuurgebonden en aan veranderingen onderhevig. Daarom worden de gangbare interpretaties van de bijbel onder de loep gehouden en bekeken in hoeverre die interpretaties de bestaande man-vrouwrolverdeling bevestigen. Hiermee interpreteert de feministische theologie het godsbeeld vooral als een menselijk construct.
 
Bekende feministische theologes zijn onder andere: [[Dorothee Sölle]] (gehuwd met de ex-Benedictijn Fulbert Steffensky), [[Carter Heyward]] (in 1974 gewijd tot "ordained minsterminister" of zo je wilt "priest" in de episcopale kerk), [[Mary Daly]] (ex-non) en [[Uta Ranke-Heinemann]].
 
In Nederland is [[Catharina Halkes]] een gematigd vertegenwoordigster van de feministische theologie. Zij experimenteerde met name met "vrouwvriendelijke [[liturgie]]" en zette zich ten tijde van de [[Tweede beeldenstorm]] in voor toelating van vrouwen tot het [[priester]]ambt, afschaffing van het celibaat, de [[Huub Oosterhuis]]-liturgie, een opwaardering van de [[pastoraal werker]] en degraderingdegradatie van de [[paus]].
 
Een centraal punt van alle feministische theologie is de wens dat ook de vrouw priester c.q. predikant kan worden. In verschillende kerken is dit inmiddels mogelijk, maar met name in de Oosters-orthodoxe en Rooms-Katholieke Kerk komen vrouwelijke priesters niet voor. Vaak wordt door het niet toelaten van de vrouw tot dit priesterambt de algemene positie van de vrouw in kerk en samenleving als onderdrukking bekritiseerd.