Kritik der praktischen Vernunft: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Louperibot (overleg | bijdragen)
k robot Erbij: zh:实践理性批判
Maurits (overleg | bijdragen)
spelling
Regel 4:
Hierin behandelt Kant zijn [[moraalfilosofie]]/[[ethiek]] en het geldt tot op heden als één van de belangrijkste werken over de praktische [[filosofie]].
 
== DeHet categorischecategorisch Imperatiefimperatief ==
 
Kant leidt de pricipes van de moraal direct af uit de menselijke [[rede]], in plaats van uit een goddelijk voorschrift.
Kernpunt van het werk is de leer van de [[categorische imperatief]], die als kenmerk van de moraliteit de strikte veralgemeniseerbaarheid van persoonlijke handelingsprincipes (grondstelling) belichaamt.
 
Moreel handelen is volgens Kant handelen naarconform dehet categorische imperatief. De mens is als redelijk wezen vrij, en kan naar de principes van de rede handelen. Deze vaardigheid kan het instinctmatig en lustgeleide handelen evenzo overwinnen, als het handelen uit pragmantischepragmatische of taktischetactische motieven.
 
== Afleiding van de Zedenzeden ==
 
De principes van de praktische rede (praktische Vernunft) zijn hetzij subjectieve grondstellingen, die voor de eigen wil geldigheid vereisen, of objectieve wetten, die voor iedere redelijke wil maatgevend zijn. Bepaalt de rede zelf volledig de wil, dan is het daaruit voortvloeiende objectief noodzakelijke principe een categorische imperatief.
 
Subjectieve wilsdoelen van het vermogen tot begeren hebben een empirisch karakter, want hun ontstaansreden is de gezochte verhouding tot het thema van de werkelijkheid. Naar de maatstaf van deze wilsdoelen is het niet mogelijk, een voor ieder geldige verplichting in de vorm van een algemene wet op te stellen. PractischePraktische algemeen geldende wetten van de zuivere rede, wier objectieve noodzakelijkheid [[a priori]] vastgesteld wordt, kunnen daardoor alleen op een enkel formeel wilsdoel betrekking hebben. De zuivere rede vereist de van alle causaliteit vrije wil, om zich aan een algemene wet, de zeden, te
verplichten.
 
De loutere vorm van de algemene wet bepaalt de vrije autonome wil van de zuivere rede.
 
De mens heeft als automoomautonoom redelijk wezen de vaardigheid van directe kennis van zijn wil, en verheft zich in de praktische rede boven zijn empirisch karakter en zijn afhankelijkheid van de buitenwereld. Hij is vrij in zijn handelen volgens zedelijke regels.
 
== Zie ook ==