Graafschap Diepholt: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Rood-geel-blauw (overleg | bijdragen)
k cat, catsort
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 5:
 
In 1512 draagt de heer het bezit als leen aan het Rijk op.
Op 10-7-1517 geeft [[Maximiliaan I van het Heilige Roomse Rijk|Maximiliaan I]] aan hertog Hendrik de Middelste van [[Brunswijk-Lüneburg]] het opvolgingsrecht bij uitsterven van de heren, nadat de heren een erfverdrag met Brunswijk hebben afgesloten.
Op 26-10-1521 draagt Frederik I Auburg, Wagenfeld en de Wagenfelder Stroden als leen op aan de landgraaf van Hessen.
In 1531 worden ze leenman van de hertog van Brunswijk-Lüneburg.
In 1531 noemt Jan VI zich graaf.
In 1553 maakt de graaf aanspraken op het graafschap Bronckhorst op grond van het huwelijk van Otto met Hedwig van Bronckhorst-Borculo.
In 1585 sterft de familie uit en komt het ambt Auburg aan het landgraafschap Hessen graafschap en de ambten Diepholz en Lemförde aan het hertogdom [[Brunswijk-Celle]]. De landgraaf van Hessen schenkt Auburg aan een buitenechtelijke zoon, die de stamvader wordt van de vrijheren van Cornberg.
 
In 1665 wordt het graafschap toebedeeld aan het hertogdom [[Brunswijk-Calenberg]] (Ernst August, bisschop van Osnabrück en later keurvorst van Hannover). Het graafschap volgt dan verder de geschiedenis van Brunswijk-Calenberg en gaat uiteindelijk in 1723 over in het [[keurvorstendom Hannover]].
 
Op 18-8-1807 wordt het grootste deel van het graafschap bij het [[koninkrijk Westphalen]] gevoegd, dat het 10-12-1810 weer moet afstaan aan het [[Eerste Franse Keizerrijk|keizerrijk Frankrijk]].