Engels renaissancetheater: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Advance (overleg | bijdragen)
k aanv.
Advance (overleg | bijdragen)
aanvulling
Regel 10:
Overigens waren deze beschermheren niet de broodheren van de acteurs, maar zij konden in geval van juridische problemen wel op hen terugvallen. De theatergezelschappen zorgden in toenemende mate voor hun eigen inkomen en werden geleid door een zakelijk ondernemer of [[impresario]]. Onder meer [[James Burbage]], [[Philip Henslowe]], [[Christopher Beeston]] en [[Francis Langley]] waren actief in dit milieu. Zij lieten ook vaak de permanente theaters bouwen. Deze theatergebouwen werden neergezet buiten de [[City of London]], zodat de autoriteiten, die dit soort van vermaak niet gunstig gezind waren, er weinig tot geen zeggenschap over hadden. De oorzaak van hun tegenzin was het feit dat theatervermaak vaak samenging met frivolere soorten van vermaak in de vorm van bierhuizen en bordelen en daaraan gelieerde vormen van (kleine) criminaliteit.
[[Image:The Swan cropped.png|thumb|205px|Een schets van The Swan]]
Opmerkelijke toneelschrijvers uit deze periode zijn onder meer [[William Shakespeare]], [[Christopher Marlowe]], [[Ben Jonson]], [[Thomas Heywood]] en, [[Thomas Dekker (toneelschrijver)|Thomas Dekker]] en het schrijversduo [[Francis Beaumont]] en [[John Fletcher]], wier stukken veelvuldig werden opgevoerd door diverse theatergezelschappen. Sommige schrijvers traden ook op als acteur.
Binnen de gerenommeerde gezelschappen ontwikkelden zich ook enkele 'steracteurs', met name [[Richard Burbage]] en [[William Kemp]] bij de Lord Chamberlain's Men en [[Edward Alleyn]] bij de Admiral's Men.