Geschiedenis van Europa: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Stuntelaar (overleg | bijdragen)
Emiel (overleg | bijdragen)
→‎Byzantijnse kunst en de Karolingische Renaissance: Erg goede oplossing die ref, maar dit is geen Italiaans gebouw
Regel 140:
De kunst in de vroege middeleeuwen was voornamelijk gebaseerd op de [[Klassieke Oudheid]]. Het zou tot het einde van de hoge middeleeuwen duren tot er een echt vernieuwende kunststroming zou komen (de gotiek).
 
In Oost-Europa, waar het [[Byzantijnse Rijk]] een voortzetting was van het Romeinse Rijk, ontstond in de 4e eeuw al de [[Byzantijnse kunst]]. De Byzantijnse kunst was een voortzetting van het [[Hellenisme]]. Er waren veel landen met nauwe banden met het Byzantijnse Rijk, zoals [[Bulgarije]], [[Servië]], het [[Kievse Rijk]], [[Republiek Venetië]] en [[Koninkrijk Sicilië]], die de Byzantijnse kunst overnamen. Byzantijnse [[mozaïek]]kunstenaars decoreerden verscheidene kerken en andere belangrijke gebouwen in Italië<ref>De kerken van [[Ravenna (stad)|Ravenna]] zoals de [[Basiliek van San Vitale]]. De goudmozaïeken van San Marco in [[Venetië (stad)|Venetië]] en de grandioze mozaïekreeksen voor de Normandische heersers op [[Sicilië]] en ''Christus Pantocrator tussen Keizer Constantijn IX Monomachus en Keizerin Zoë'' in de [[Hagia Sophia]] van [[Istanbul]].</ref>.
 
In West-Europa duurde het tot 750 totdat er weer een opbloei kwam van de kunst. Onder invloed van de regeerperiode van [[Karel de Grote]] ontstond de [[Karolingische Renaissance]], die gebaseerd was op de Byzantijnse kunst. Onder de Karolingische Renaissance wordt verstaan de opleving van cultuur en wetenschap tussen ca. 750 en ca. 950, onder invloed van de regeerperiode van [[Karel de Grote]]. Ze werd vooral gecultiveerd aan diens hof en gedragen door de clerus. Tijdens de regeerperiode van de [[Karolingen]] was er sprake van een hernieuwde belangstelling voor de klassieke cultuur. Byzantijnse invloeden, culminerend in het afbeelden van de menselijke figuur, werden versmolten met de Germaanse, grotendeels abstracte, ornamentiek. Zo zijn veel klassieke teksten in het [[Latijn]] tot in onze tijd bewaard gebleven in de vorm van kopieën die in de Karolingische tijd zijn vervaardigd. Dit gebeurde vooral in kloosterbibliotheken, waarvan het aantal en de omvang sterk toenam tijdens en vlak na de regeerperiode van Karel de Grote.