Phraates IV: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 18:
Blijkbaar viel hij ook uit tegen de Parthische edelen (zo gaat tenminste de versie van de anti-Parthische Romeinse geschiedschrijving), waarvan een zekere Monaeses naar het [[Romeinse Rijk]] vluchtte en daar [[Marcus Antonius]] overhaalde, een veldtocht tegen de Parthen te ondernemen.
 
Marcus Antonius bereidebereidde zich inderdaad voor op een veldtocht voor eenen dwong de Armeense koning [[Artavasdes van Armenië|Artavasdes]] tot een alliantie met de Romeinen. In [[36 v.Chr.]] ving hij zijn veldtocht aan met twee legioenen. De veldtocht eindigde echter in een ramp, doordat Phraates de bekwame generaal [[Monaeses]] terug aan zijn kant had gekregen. 10.000 soldaten zouden wordenwerden gedood en werdenof in gevangenschap weggevoerd<ref>Cass. Dio, XLIX 23-31; Plut., ''Ant.'' 37-51; Strabo, XI p. 523 e.v.; Liv., ''Per.'' 130.</ref>. De Armeense heerser verklaarde zich onafhankelijk van de Romeinen. Antonius, die bovendien meende dat hij was verraden door Artavasdes, viel diens koninkrijk binnen in [[34 v.Chr.]], nam hem gevangen en sloot een verdrag met een andere [[Artavasdes van Atropatene|Artavasdes]], koning van [[Atropatene]]. Maar toen de [[burgeroorlog (Rome)|burgeroorlog]] met [[Gaius Iulius Caesar Octavianus (Augustus)|Octavianus]] losbarstte, slaagde hij er niet in zijn veroveringen te behouden. Phraates heroverde Atropatene en zette [[Artaxias]], de zoon van Artavasdes, op de troon van Armenia<ref>Cass. Dio, XLIX 44.</ref>.
 
Kort daarop had Phraates IV, door zijn wreedheid tegenover zijn onderdanen, met interne problemen te kampen. [[Tiridates II]] revolteerde rond [[32 v.Chr.]] tegen Phraates IV, die zich aanvankelijk in het noorden van zijn rijk moest terugtrekken, maar kon dan met steun van de [[Scythen]] Tiridates II met een tegenaanval naar Syrië kon verdrijven. Tiridates II was er echter in geslaagd een zoon van Phraates IV als gijzelaar te nemen, dewelke hij uitleverde aan de Romeinen. In [[26 v.Chr.]] keerde Tiridates II weer terug en heroverde kortstondig delen van Mesopotamië, maar werd in [[25 v.Chr.]] definitief uit Parthië verdreven.
 
De Romeinen hoopten intussen dat deOctavianus, inmiddels Augustus geheten Octavianus, de nederlagen van [[Marcus Licinius Crassus Dives]] en Marcus Antonius zou wreken, maar deze stelde zich in [[20 v.Chr.]] tevreden met een verdrag waarin hij de door de Romeinen gevangen gehouden zoon van Phraates IV uitleverde in ruil voor de veldtekens, die Phraates IV en zijn vader Orodes II hadden buitgemaakt op Crassus en Antonius (afgebeeld op de borstplaat van de zogenaamde [[:Afbeelding:Statue-Augustus.jpg|Augustus van Primaporta]])<ref>Cass. Dio, LI 18, LIII 33, LIV 8; Iustin., XLII 5; Suet., ''Aug.'' 21; Hor., ''Epist.'' I 18.56, ''Carm.'' IV 15.6; Ovid., ''Trist.'' II 1.228; ''Fast.'' VI 467, ''Ars Amat.'' I 179 e.v.; Propert., II 10, III 4, 5.49, IV 6.79.</ref>. Daarnaast werden door het verdrag ook veel Romeinse krijgsgevangen uitgeleverd, de [[Eufraat]] als grens tussen de beide rijken vastgelegd en het koninkrijk Armenië door Parthië erkend als clienteelstaat van Rome. Bij deze uitwisseling schonk Augustus hem ook een slavin, genaamd Musa (Thermusa), dewelke hij later tot zijn echtgenote zou maken en na de geboorte van hun zoon zelfs de naam Thea Urania Musa (« Hemelse Godin Musa ») zou geven.
 
De Romeinen hoopten intussen dat de inmiddels Augustus geheten Octavianus de nederlagen van [[Marcus Licinius Crassus Dives]] en Marcus Antonius zou wreken, maar deze stelde zich in [[20 v.Chr.]] tevreden met een verdrag waarin hij de door de Romeinen gevangen gehouden zoon van Phraates IV uitleverde in ruil voor de veldtekens, die Phraates IV en zijn vader Orodes II hadden buitgemaakt op Crassus en Antonius (afgebeeld op de borstplaat van de zogenaamde [[:Afbeelding:Statue-Augustus.jpg|Augustus van Primaporta]])<ref>Cass. Dio, LI 18, LIII 33, LIV 8; Iustin., XLII 5; Suet., ''Aug.'' 21; Hor., ''Epist.'' I 18.56, ''Carm.'' IV 15.6; Ovid., ''Trist.'' II 1.228; ''Fast.'' VI 467, ''Ars Amat.'' I 179 e.v.; Propert., II 10, III 4, 5.49, IV 6.79.</ref>. Daarnaast werden door het verdrag ook veel Romeinse krijgsgevangen uitgeleverd, de [[Eufraat]] als grens tussen de beide rijken vastgelegd en het koninkrijk Armenië door Parthië erkend als clienteelstaat van Rome. Bij deze uitwisseling schonk Augustus hem ook een slavin, genaamd Musa (Thermusa), dewelke hij later tot zijn echtgenote zou maken en na de geboorte van hun zoon zelfs de naam Thea Urania Musa (« Hemelse Godin Musa ») zou geven.
===Musa's invloed op Phraates IV en diens dood===
Musa zou een grote invloed krijgen op haar man en hem ervan kunnen overtuigen zijn oudste zonen (vier of vijf) samen met hun echtgenotes en kinderen als gijzelaars naar Rome te sturen (hieronder bevond zich [[Tiridates III]], dewelke de Romeinen later in [[35]] n. Chr. als vazalkoning trachten te installeren)<ref>Tac., ''Ann.'' II 1; Flav. Ioseph., ''Ant. Iud.'' XVIII 2 § 4; Strabo, XVI p. 748.</ref>. En in [[10 v.Chr.|10]] of [[9 v.Chr.]] leverde hij deze dan ook deze uit aan [[Marcus Titius]], de ''[[proconsul]]'' van de ''[[provincia]]'' [[Syria]]. Dit moet hij niet zo erg hebben gevonden, daar de grootste vijanden van een Parthische koning zich altijd in zijn eigen familie bevonden (helaas zag hij het echte gevaar niet in). Hun zoon [[Phraates V]], vaak Phraataces genoemd (een verkleinvorm), duidde hij aan als zijn opvolger. In [[2 v.Chr.]] viel hij Armenia binnen en verdreef de door Augustus aangestelde Artavasdes, maar moest al snel terug toegeven en het gebied teruggeven<ref>Cass. Dio, LV 11; Vell. Pat., II 101; Tac., ''Ann.'' II 4.</ref>. Kort daarop vergiftigde Musa haar gemaal Phraates IV en maakte haar zoon Phraataces tot koning (zijzelf zou co-regentes zijn)<ref>Flav. Ioseph., ''Ant. Iud.'' XVIII 2 § 4.</ref>.