Gley: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
plaatje erbij
k link
Regel 4:
De permanent natte [[bodemhorizont|laag]] in de bodem onder de laag met gleyverschijnselen, de gereduceerde zone heeft veelal een homogene grijs tot grijsblauwe kleur.
 
De meest voorkomende Fe-oxyden zijn het meestal geelbruine [[goethiet]] (α-FeOOH) en het rode [[hematiet]] (α-Fe<sub>2</sub>O<sub>3</sub>). Ook komen het oranje [[lepidokriet]] (γ-FeOOH), het roodbruine [[maghemiet]] (γ-Fe<sub>2</sub>O<sub>3</sub>) en het zwarte [[magnetiet]] (Fe<sub>3</sub>O<sub>4</sub>) voor. Naast bovengenoemde kristallijne[[kristallijn]]e Fe-oxyden worden ook vaak slecht gekristalliseerde, waterhoudende Fe(III)-oxyden aangetroffen: het roodbruine gekleurde [[ferrihydriet]] (Fe<sub>5</sub>HO<sub>8</sub>.4H<sub>2</sub>O). In gereduceerde gronden treft men soms een slecht gekristalliseerd Fe(II-III)-oxyde aan dat vanwege zijn kleur ''groene roest'' wordt genoemd.
 
Naast ijzer vertoond mangaan een vergelijkbaar gedrag. Ook Mn wordt in gereduceerde vorm (Mn<sup>2+</sup>) vervoerd en na oxydatie ontstaan vaak hoge concentraties Mn-oxyden, als [[pyrolusiet]] (b-MnO<sub>2</sub>)en [[birnesiet]] (een (Mn<sup>4+</sup>,Mn<sup>2+</sup>)-oxyde). Mn-oxyden vallen op door hun bruinzwarte tot zwarte kleur.