Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Jan o b (overleg | bijdragen)
Jan o b (overleg | bijdragen)
Regel 19:
 
===Romeinse provincie: Sardinia===
Na de machtswisseling ging Sardinië over aan [[Rome]], dat er legers naar toe moest sturen om het gebied volledig te onderwerpen. Er waren talrijke opstanden van de Fenicische bevolking, die samen met de Nuraghebevolking werkten om de Romeinen buiten te werken. In [[215 v. Chr.]], tijdens de [[tweede Punische oorlog]], ontstond er een zeer grote opstand, onder leiding van Ampsicora. Deze opstand was zo groot dat hetdeze de Romeinen in moeilijkheden bracht en zij het eiland bijna moesten laten vallen. [[Consulaat (Romeinse Rijk)|Consul]] T. Manilio kon, nabij Cornus, het tij keren en de opstandelingen verslaan.
 
Barbaria werd opnieuw binnen gevallen en onderworpen, maar ditmaal grondig met een [[romanisering]] tot doel. De nuraghecultuur stierf uit, maar de oorspronkelijke bewoners vergaten hun achterban niet en verzetten zich nog vele malen tegen de Romeinse overheersing. Zo ook in de jaren [[126 v. Chr.|126]] en [[116 v. Chr.]]. BeidenBeide opstanden duurden vier jaar voor het leger de orde weer had hersteld. In de verdere geschiedenis van de [[Romeinse republiek|republiek]] en het [[Romeinse Rijk|keizerrijk]] speelde de provincie bijna of geen rol.
 
Het eiland stond bekend om zijn ruwe achtergronden en vaak vluchtenvluchtten misdadigers en vervolgde christenen naar het eiland voor bescherming.
 
===Einde van de Romeinse overheersing===