Hollands (dialect): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 49:
Dat laatste verschijnsel heeft zich in ieder geval in België voorgedaan: door het vervangen van het Nederlands door Frans als standaardtaal zijn de dialecten daar sterk gaan divergeren. De spreektaal in Holland staat daarom tegenwoordig van alle dialecten zonder meer het dichtst bij het standaard Nederlands. Een volkswijsheid zegt zelfs dat in [[Haarlem]] het zuiverste [[Nederlands]] te horen valt! (men spreekt daar immers de ''aa'' niet als ''ao'' uit, zoals in Amsterdam). Taalkundigen zien echter geen gegronde redenen om het Haarlems daadwerkelijk te beschouwen als het zuiverste Nederlands; de uitspraak wordt dan ook gezien als een misvatting. Waarschijnlijk is het de 19e eeuwse dialectonderzoeker [[Winkler]] geweest die deze misvatting in de wereld heeft geholpen.
 
Dialecten die meer van hun oorspronkelijke mengeling tussen het [[Fries (taal)|Fries]] en Nederfrankisch hebben bewaard vindt men in de provincie [[Noord-Holland]] ten noorden van het [[IJ (water)|IJ]], in [[West-Friesland (historische regio)|West-Friesland]], de Zaanstreek (het Zaans lijklijkt met sommige woodenwoorden op het West-Fries alsmaar is hetvoor de rest een eigen Noord- Hollands dialect) enOok vind je de mengeling nog terug in de vissersdorpen [[IJmuiden]], [[Noordwijk (Zuid-Holland)|Noordwijk]], [[Katwijk (Zuid-Holland)|Katwijk]] en [[Scheveningen]].
 
Kenmerken van het Hollands, gedeeld met het [[Brabants]] en het [[Zeeuws]], zijn het ontbreken van het [[reflexivum]] (''hem'' of ''z'n eige'' i.p.v. het Hoogduitse ''zich'' - zo ook ''hem'' i.p.v. ''zijn''), de vormen ''docht'' en ''brocht'' voor ''dacht'' en ''bracht'' en het ontbreken van het woordje ''du''. Het Hollands onderscheidt zich van de andere Nederlandse hoofddialecten door de woorden ''nou'' en ''jou'' (Zeeuws ''noe'' en ''joe'', Brabants ''nu'' en ''u/oe''), het samenvallen van de klassen van mannelijke en vrouwelijke woorden, ''jij'' i.p.v. ''gij'', de vorming van verkleinwoorden op ''-ie'' en ''-tje'' (Zeeuws: -(''t'')''je'', Brabants -(''s'')''ke'') en oorspronkelijk de uitgang -e voor de tweede persoon enkelvoud. Verder treft men in de dialecten van Zuid-Holland-Zuid veel Zeeuwse kenmerken aan, terwijl de dialecten van West-Friesland en in andere delen van Noord-Holland boven het IJ, duidelijke invloed van het [[Fries (taal)|Fries]] tonen - in die streek werd zeker tot in de [[Middeleeuwen]] [[Fries (taal)|Fries]] gesproken en later ook de mengtaal [[Westfries]], tot ongeveer de [[19e eeuw]].