Belemnieten: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
RobotQuistnix (overleg | bijdragen)
k robot Anders: fr:Belemnoidea
Robbot (overleg | bijdragen)
k Robot-geholpen redirect-oplossing: Homoloog - Link(s) veranderd naar homologie (anatomie)
Regel 17:
Als [[fossiel]] wordt bijna alleen het achterste gedeelte van de schelp, het zgn rostrum (ook wel 'donderkeilen' genoemd) gevonden. Met 'belemniet' wordt ook vaak alleen het rostrum bedoeld. Het rostrum is cylindrisch, langgerekt kegelvormig. Het heeft een spits of afgerond uiteinde (achterzijde). Aan de voorkant van het rostrum zit een uitholling, de alveolus. Meestal is het rostrum daar recht afgebroken en is de alveolus niet meer aanwezig. Bij heel goed geconserveerde exemplaren zit aan de alveolus een gekamerde, breed conisch uitlopende schelp, de phragmocoon. De kamers zijn afgescheiden met septen die loodrecht op de lengteas van de schelp staan. Aan de voorkant van het phragmocoon groeit aan één zijde vervolgens het dunne 'pro-ostracum'. Dit pro-ostracum is op te vatten als de oorspronkelijk 'woonkamer' van het dier. Bij primitieve belemnieten is dit deel nog afgesloten, bij verder geëvolueerde belemnieten is dat niet meer het geval. Het sterk gereduceerde pro-ostracum heeft dan waarschijnlijk alleen nog maar een ondersteunende functie als onderdeel van het inwendige skelet gehad.
 
De phragmocoon is [[homologie (anatomie)|homoloog]] met de schelp van andere inktvissen, zoals de inwendige schelp van de Zeekat. Beide bestaan uit [[aragoniet]]. Het rostrum is opgebouwd uit [[calciet]]. Het grote verschil tussen beide schelpdelen: phragmocoon dunwandig en van aragoniet, rostrum massief en van calciet is de oorzaak van het grote verschil in [[fossiel|fossilisatie]].
Een recht afgebroken rostrum laat een opbouwstructuur zien van radiale calcitische vezelkristallen.
[[Afbeelding:Rostre de bélemnite fracturé par déformation détail section 02.jpg|thumb|250px|left|Een recht afgebroken rostrum met de radiaal verlopende calcitische vezelkristallen]] Soms zijn ook concentrische [[groeilijn]]en te zien. Hieruit is gebleken dat belemnieten vier jaar oud konden worden.