Oostelijke Zhou-dynastie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Pagina aangemaakt: "De Oostelijke Zhou (of Latere Zhou) is de tweede helft van de Zhou-dynastie. Deze duurde van 770 v.Chr. tot 256 v.Chr.. == Ontstaan == === De laatste west..."
 
Regel 10:
In de tussentijd zinde de vader van de verdreven koningin op wraak voor de verstoting van zijn dochter. Hij sloot een verbond met de [[Qiang]]-barbaren over de grens van het rijk, en in [[770 v.Chr.]] vielen zij de Zhou-hoofdstad Hao aan. Koning Yu Wang stak de vuurbakens opnieuw aan, om hulp te vragen aan zijn leenmannen. Maar door zijn grap die hij had uitgehaald, namen ze hem niet serieus en geen enkele edele kwam opdagen.
De vader van de verbannen koningin stormde de stad binnen en doodde Yu Wang. Zijn geliefde Pao-Sse werd gevangen genomen. Enkel zijn zoon wist te ontkomen en vluchtte naar de staat [[Jin (staat)|Jin]]. Daar werd hij beschermd, en later vestigde hij de hoofdstad van Zhou in [[Luoyang]]. Historici spreken vanaf dat moment van de ''Oostelijke Zhou-dynastie''.
 
== Een staat zoals de andere ==
=== [[Periode van Lente en Herfst]] ===
 
Eigenlijk was de nieuwe Zhou-dynastie niet meer dan een staat zoals alle anderen op dat moment. De leenmannen trokken zich weinig tot niets meer aan van de Zhou-koning, de wetten, de eer, de besluiten enz. Dat konden zij omdat de koning totaal geen controle meer over hen had; de legers waren loyaal aan de leenmannen, de koning zelf had maar een klein privéleger.
Toen naar verloop van tijd de staten onderling oorlog gingen voeren, kon het 'centraal gezag' enkel toekijken hoe de toestand verergerde.
Sinds de verplaatsing van de hoofdstad van Zhou naar Luoyang, heersten de koningen van Zhou over slechts de omgeving van de stad. Het machtscentrum verplaatste zich naar de staat Jin, waar de koninklijke familie gelukkig nog een goede relatie mee onderhield, maar niets over te zeggen had.
In [[403 v.Chr.]] keerden de drie families Han, Zhao en Wei zich echter tegen de leidende Zhi-familie, versloegen deze en deelden de staat op in drie kleinere rijken. Zhou kon hier niets tegeninbrengen, en was gedwongen de deling goed te keuren. Hiermee kwam een einde aan de [[Periode van Lente en Herfst]].
 
=== [[Periode van de Strijdende Staten]] ===
 
In het daaropvolgende tijdperk groeiden er enkele rijken ver uit boven de macht van Zhou. Vanaf [[334 v.Chr.]] zouden één voor één tien staten zichzelf een koninkrijk verklaren. Dit [[separatisme]] was niet tegen te houden; het lukte de Zhou-koningen niet om met nog loyale staten deze zelfverklaarde koningen te straffen. Sterker nog, begonnen de koninkrijken elkaar te erkennen, waarmee ze de Zhou al feitelijk opzij schoven.
Langzamerhand kwamen zeven grote staten uit de strijd, waaronder [[Qin (staat)|Qin]]. Diens koning voerde constant oorlog en slorpte allemaal kleinere staten op.
In [[256 v.Chr.]] marcheerde hij naar het Koninklijk Gebied. Terwijl de andere staten toekeken, dwong de koning van Qin de laatste Zhou-koning tot aftreden, waarmee er definitief een einde kwam aan de Zhou-dynastie. In feite was deze al niet belangrijk meer.
 
== Zie ook ==
 
* [[Zhou-dynastie]]
* [[Periode van Lente en Herfst]]
* [[Periode van Strijdende Staten]]
 
[[Categorie:Geschiedenis van China]]
[[Categorie:Historisch land in Azië]]
 
[[en:Eastern Zhou]]