Colonia Claudia Ara Agrippinensium: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Robbot (overleg | bijdragen)
k Robot-geholpen doorverwijzing: Germania - Link(s) veranderd naar Germanië
Regel 1:
'''Colonia Claudia Ara Agrippinensium''', afgekort als '''CCAA''', was sinds 50 na Chr. de officiële [[Latijn]]se benaming van het [[Romeinse Rijk|Romeinse]] [[Keulen]].
 
Nadat [[Julius Caesar]] tijdens zijn veldtocht in [[Gallië]] de [[Rijn]] was overgestoken, wist hij de Germaanse stam der [[Ubii]] te winnen voor een bondgenootschap met Rome. Maar het was de veldheer [[Marcus Vipsanius Agrippa]], de schoonzoon van [[Gaius Julius Caesar Octavianus (Augustus)|keizer Augustus]], die de Ubii ook de toestemming gaf zich op de door de Romeinen gecontroleerde linkeroever van de Rijn te komen vestigen. <br> Zo ontstond hier in [[38 v.Chr.]] (volgens sommige historici was dat pas in [[19 v.Chr.]]) het ''[[Oppidum]] Ubiorum'' (d.i. ''Ubiërsstad''), dat bestemd was om het bestuurlijke centrum van de [[provincia]] [[Germanië|Germania]] te worden. In deze nieuwe nederzetting werd, zeker vóór [[9 v.Chr.]], een vredesaltaar (Latijn: ''ara'') opgericht voor Rome en Augustus, zoals dat reeds te Lugdunum ([[Lyon]]) voor de Gallische provincies was gebeurd. De exacte ligging van dit altaar is nog steeds niet gekend. De zwager van [[Arminius (veldheer)|Arminius]], een zekere [[Segimundus|Segismundus]] (dat is de gelatiniseerde vorm van ''Sigismund''), werd in 9 v.Chr. als priester aan dit altaar verbonden.
 
Agrippa's kleindochter [[Julia Agrippina minor|Agrippina]], de moeder van [[keizer Nero]], werd hier in [[15]] geboren. Nadat zij in [[49]] in het huwelijk trad met [[Claudius (keizer)|keizer Claudius]] (haar oom !!), wist zij hem ertoe te bewegen haar geboortestad het volgende jaar te verheffen tot de status van ''[[colonia (Romeinse term)|colonia]]'', waardoor de inwoners het Italische burgerrecht verkregen. De officiële benaming van deze kolonie werd toen <small>COLONIA·CLAVDIA·ARA·AGRIPPINENSIVM</small>, in inscripties afgekort tot <small>CCAA</small>. De stad werd het bestuurscentrum van de (sinds circa 88) zelfstandige provincie [[Germania Inferior]]. Zij ontwikkelde zich snel tot een belangrijke rivierhaven, waar handel en industrie (vooral de fabricage van glas) bloeiden. De bloeiperiode werd onderbroken door de invallen van de [[Franken (volk)|Franken]] in het midden van de 3e eeuw. De verdedigingswerken van de stad werden versterkt door [[Publius Licinius Egnatius Gallienus|keizer Gallienus]] en door de gallische tegenkeizer [[Postumus]] (259-268), die er resideerde. [[Constantijn de Grote]] liet het sterke bruggenhoofd ''Divitia'' (''[[Köln-Deutz|Deutz]]'') bouwen, dat door een brug met de stad was verbonden. In [[355]] kwam de stad in handen van de Franken, maar [[Julianus Apostata|keizer Julianus]] kon ze heroveren, tot de Franken haar in de 5e eeuw voorgoed in bezit namen.