Symfonie nr. 4 (Brahms): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
infobox, bezetting
Regel 5:
|componist= Johannes Brahms
|soortcompositie= [[Symfonie]]
|geschrevenvoor= orkest[[symfonieorkest]]
|toonsoort= Ee mineur
|opusnummer= 98
|andereaanduiding=
Regel 15:
|vorige= Zes liederen (Nachtigall, Auf dem Schiffe, Entführung, Dort in den Weiden, Komm bald, Trennung) op. 97
|volgende= Sonate voor cello en piano nr. 2 F-majeur op. 99 (1886)
|oeuvre= Oeuvre van Johannes Brahms
}}
 
Regel 28:
 
Het laatste deel is geschreven in [[passacaglia]]-vorm.
 
De symfonie is georkestreerd voor 2 [[dwarsfluit|fluiten]] (2e fluit ook [[piccolo (fluit)|piccolo]], 2 [[hobo]]'s, 2 [[klarinet]]ten, 2 [[fagot]]ten, [[contrafagot]], 4 [[hoorn (instrument)|hoorn]]s, 2 [[trompet]]ten, 3 [[trombone]]s, [[pauken]], [[triangel]] en [[strijker]]s.
 
Brahms zèlf dirigeerde de première in [[Meiningen]] op [[25 oktober]] [[1885]]. Het werk werd goed ontvangen en is altijd populair gebleven. Eerder had hij het stuk voor een klein publiek gespeeld in een versie voor twee piano’s. Brahms' vriend [[Max Kalbeck]] maakte melding van het feit dat de criticus [[Eduard Hanslick]], nadat hij het eerste deel gehoord had, had gezegd dat hij de hele tijd het gevoel had dat hij van twee ongelooflijk intelligente mensen een pak slaag kreeg.