Fotosynthese: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
R.schwab (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
→‎Fotosynthese op moleculair niveau: Onzin verwijderd, en wat dingen toegevoegd, staan nog steeds fouten in, nettoreactie donkerreacite klopt niet
Regel 35:
 
== Fotosynthese op moleculair niveau ==
Fotosynthese bestaat uit een heleboel reacties die je kan scheiden in twee reactiewegen: de [[lichtreacties]] (o.a.[[fotolyse]]) en de [[donkerreactie]] (ook wel de [[calvincyclus]] genoemd). De lichtreacties spelen zich voornamelijk in het membraan van de [[thylakoïde]] af. De donkerreacties spelen zich af in de stroma. Bij de lichtreacties wordt lichtenergie omgezet in chemische energie. Hierbij wordt via [[fotolyse]] water gesplitst in protonen, elektronen en zuurstof. De protonen en elektronen worden gebruit om uiteindelijk de energiedragende stoffen ATP en NADPH te maken. Zuurstof wordt verder tijdens de fotosynthese niet meer gebruikt. ATP en NADPH gaan de stroma in en komen zo terecht in de calvin-cyclus. In deze cyclus wordt de energie van de stoffen gebruikt om uiteindelijk glucose te vormen. Hierbij wordt ook koolstofdioxide gebruikt.
De fotosynthese bestaat eigenlijk uit twee delen: [[fotolyse]], de [[lichtreactie]] en de [[donkerreactie]] (o.a. de [[calvincyclus]]). Fotosynthese produceert meer energie bij bepaalde [[golflengte]]s van [[zichtbaar licht|licht]]. De optima liggen bij 700 en 680 [[nanometer|nm]]. Er zijn meerdere (kleinere) toppen voor fotosynthese in het [[spectrum]].
 
Fotosynthese begint als in [[fotosysteem II]] een chlorofyl [[pigment]] een [[foton]] (lichtdeeltje) absorbeert. De energie van het foton wordt door het pigment opgenomen en als gevolg daarvan raakt een elektron 'in aangeslagen' toestand. Normaal gesproken gaat een pigment als het in een aangeslagen toestand is binnen een [[nanoseconde]] weer terug naar zijn grondtoestand. De energie van het aangeslagen elektron gaat dan verloren in warmte. In fotosysteem II is echter een speciaal chlorofyl molecuul (P680) dat als het in aangeslagen toestand komt zijn elektronen binnen minder dan een picoseconde afgeeft aan een elektronen acceptor (Pheophytin genaamd). Deze elektronen met een hoog energieniveau komen in een keten van redoxreacties terecht. Deze keten wordt ook wel de elektronentransportketen (ETC) genoemd. Deze ETC begint bij fotosysteem II, gaat dan naar cytochroom b6f en komt uiteindelijk uit in fotosysteem I. In fotosysteem I worden deze elektrone gebruikt om NADPH te vormen:
Fotosynthese begint met een chlorofyl [[molecuul]] dat [[ionisatie|ioniseert]] waarbij twee [[elektron]]en vrijkomen. De elektronen gaan door de [[elektronentransportketen]], vergelijkbaar met de situatie bij respiratie. Tijdens dit proces ontstaat [[Adenosinetrifosfaat]] (ATP), de belangrijkste energiedrager in cellen.
 
De elektronen worden in [[fotosysteem II]] (680 nm) teruggegeven aan het chlorofyl. In [[fotosysteem I]] (700 nm) worden de elektronen gebruikt voor het creëren van NADPH volgens:
 
:[[Nicotinezuur|NADP]]<sup>+</sup> + H<sup>+</sup> + 2 e<sup>-</sup> → NADPH
 
NADPH is de belangrijkste [[reductor]] in cellen en levert een bron van elektronen voor diverse andere reacties. Chlorofyl houdt hieraan een tekort aan elektronen over die vervolgens weer teruggewonnen moeten worden uit andere reductoren. In planten en algen isgebeurdt dezedit reductor water, wat leidt totvia de productiefotolyse van zuurstofwater:
 
:2 H<sub>2</sub>O → O<sub>2</sub> + 4 H<sup>+</sup> + 4 e<sup>-</sup>